Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>Tiberghien - Notaries, Lawyers, Legal Professionals

Toon items op tag: Notaries, Lawyers, Legal Professionals

De wet van 15 juni 2018 tot wijziging van artikel 375bis van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1253ter/1, 1253ter/3 en 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek (verschenen in het Belgisch Staatsblad op 2 juli 2018) bevestigt het principieel omgangsrecht van grootouders met hun kleinkinderen, en verduidelijkt dat de omgang enkel kan worden ontzegd indien de uitoefening van het recht ingaat tegen het belang van het kind.

Het nieuwe artikel luidt als volgt (wijziging onderlijnd):

“De grootouders hebben het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden. Datzelfde recht kan aan ieder ander persoon worden toegekend, indien hij aantoont dat hij met het kind een bijzondere affectieve band heeft.

 Bij gebreke van een overeenkomst tussen de partijen, wordt over de uitoefening van dat recht in het belang van het kind op verzoek van de partijen of van de procureur des Konings beslist door de familierechtbank. De familierechtbank weigert de uitoefening van het recht op persoonlijk contact enkel als de uitoefening van het recht ingaat tegen het belang van het kind.”

De wetgever achtte het nodig een wetswijziging door te voeren omwille van volgende overwegingen:

  • Grootouders en kleinkinderen hebben een bloed- én genegenheidsband, die op een positieve manier bijdraagt tot de vorming van de persoonlijkheid van het kleinkind;
  • In een crisissituatie, zoals wanneer ouders uit elkaar gaan, is het contact met de grootouders een stabiele factor en kunnen de grootouders een waardevolle hulp bieden bij het verwerken van de moeilijkheden die kinderen ondervinden bij de scheiding van hun ouders;
  • In de praktijk stelt men vast dat het omgangsrecht met de grootouders vaak niet wordt gerespecteerd, voornamelijk in tijden van familiale crisis;
  • Wanneer grootouders dan uiteindelijk de stap zetten om een verzoek tot omgang in te dienen bij de rechtbank, bleek in de praktijk dat er geen rechtszekerheid was dat hun verzoek zou worden toegekend. De uitspraken tussen rechters van verschillende arrondissementen bleek sterk te verschillen.

De huidige wetswijziging kan dus worden toegejuicht aangezien zij de bewijslast omkeert in die zin dat het nu toekomt aan de persoon die zich verzet tegen het omgangsrecht van de grootouders met het kleinkind om te bewijzen dat de uitoefening van dit recht strijdig is met het belang van het kind, bijvoorbeeld omdat bij de grootouder een alcoholproblematiek werd vastgesteld of omdat de vijandigheid tussen de grootouder en één van de ouders leidt tot een loyaliteitsconflict in hoofde van het kind die een negatieve impact heeft op de psychische ontwikkeling van het kind.

Het recht van de grootouders wordt dus versterkt en het belang van hun rol binnen het gezin wordt bevestigd.

De nieuwe artikels zijn inwerking getreden op 12 juli 2018.

Voor de volledigheid moet nog worden opgemerkt dat niet alleen de grootouders, maar ook andere personen hun recht op persoonlijk contact met een minderjarig kind kunnen doen gelden, op voorwaarde dat (1) zij een "speciale band van genegenheid" met het kind kunnen bewijzen en (2) de uitoefening van dit recht niet strijdig is met de belangen van het kind. Er kan hier onder andere worden gedacht aan de voormalige partner van één van de ouders met wie het kind alternerend heeft geleefd sinds zijn kindertijd, aan (half)broers en (half)zussen die meerderjarig geworden zijn en aan de meter en peter van het kind.

De modaliteiten van de uitoefening van het recht op persoonlijk contact variëren afhankelijk van het belang van het kind. Er wordt rekening gehouden met de concrete situatie waarin het kind zich bevindt. Er kan bijvoorbeeld een beperkt verblijf worden toegestaan, ofwel wordt bevolen dat het kind bepaalde activiteiten met de verzoeker mag ondernemen, ofwel kan er een geregeld telefonisch worden opgelegd.

Larissa De Wulf - Counsel (larissa.dewulf@tiberghien.com)

Carolyn Vanthienen - Associate (carolyn.vanthienen@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News
dinsdag, 19 maart 2019 10:47

Nieuwe episode in de Maatschap-saga

Zoals u reeds in onze voorgaande nieuwsbrieven heeft kunnen lezen, werden recent diverse verplichtingen ingevoerd voor de maatschap (16 mei 2018, 25 september 2018, 3 januari 2019, 13 februari 2019). Opnieuw kan er een episode toegevoegd worden aan de Maatschap-saga.

Gepubliceerd in News

Reeds enkele jaren liggen wetsvoorstellen ter tafel voor het verrekenen van verliezen in de land- en tuinbouwsector veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden. Op 31 januari 2019 werd het Wetsontwerp houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen aangenomen waarbij een dergelijke specifieke regeling voor de land- en tuinbouw zal ingevoerd worden.

Concreet betekent dit dat ondernemers in de land-  en tuinbouwsector zullen kunnen opteren voor een bijkomend fiscaal gunstig regime voor het verrekenen van hun verliezen door ongunstige weersomstandigheden. Het bestaande regime waarbij overschotten aan verliezen kunnen overgedragen en verrekend worden met de winst van het volgende boekjaar, zal worden uitgebreid met een nieuw systeem waarbij verliezen overgedragen en verrekend kunnen worden met de winsten van de voorbije boekjaren. Dit noemt men het systeem van achterwaartse verliesaftrek of het Carry Back-systeem.  

Het Carry Back-systeem wordt enkel voorzien voor middelgrote ondernemingen in de land- en tuinbouwsector die bovendien nog geen ‘onderneming in moeilijkheden’ waren vóór de schade door ongunstige weersomstandigheden zich voordeed. Er worden autonome definities van ‘middelgrote onderneming’ en ‘onderneming in moeilijkheden’ ingevoerd in het WIB. De landbouwer zal zowel voor doeleinden van de personen- als de vennootschapsbelasting beroep kunnen doen op het regime.

Niet zomaar alle verliezen komen in aanmerking voor het regime. Enkel de verliezen geleden door ongunstige weersomstandigheden, zoals o.a. zware regenval, grote droogte en strenge vorst, die zich (1) ten vroegste op 1 januari 2018 voordeden, (2) formeel erkend werd door een gewest als ramp en (3) waarvan die erkenning in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. Deze verliezen zullen mogen verrekend worden met de winsten van de drie belastbare jaren voorafgaand aan het belastbare jaar waarin de schade werd vastgesteld.

Hoe dit allemaal praktisch zal geregeld en vastgesteld worden, moet nog verder bepaald worden door de gewesten. Deze praktische aspecten zullen vastgelegd worden in een met elk gewest afzonderlijk gesloten protocol. De nieuwe steunmaatregel moet daarnaast ook steeds in overeenstemming zijn met de Europese wetgeving, met name de landbouwvrijstellingsverordening. Deze verordening voorziet o.a. in een maximaal toegelaten steunintensiteit die niet overschreden mag worden (art. 25 landbouwvrijstellingsverordening). Aangezien de gewesten op vandaag reeds voorzien in steun aan landbouwers die schade geleden hebben naar aanleiding van ongunstige weersomstandigheden is er nood aan coördinatie tussen de verschillende overheden zodat de totale maximale steunintensiteit, die geleverd mag worden door België, niet overschreden wordt.  Mocht de belastingplichtige alsnog van rechtswege teveel aan belasting ontheven zijn, zal de totale belasting van het belastbare tijdperk vermeerderd worden.

Het is bijgevolg nog even wachten op de regels betreffende de praktische uitwerking van dit nieuwe regime. Aangezien de gewesten reeds in verschillende steunmaatregels voorzien, wordt vermoed dat de regeling nauw zal aansluiten bij de methodes en procedures die door hen reeds gehanteerd worden.

Wij houden u graag op de hoogte van de evolutie op dit gebied en blijven ter beschikking voor tussentijdse vragen indien u die mocht hebben.

 

Pieter Souffriau - Counsel (pieter.souffriau@tiberghien.com)

Emilie Van Goidsenhoven - Counsel (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)

Louise De Pauw - Associate (louise.depauw@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News

In het kader van de invoering van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) ter hervorming van het vennootschapsrecht, dat goedgekeurd werd op 28 februari 2019 en in werking treedt op 1 mei 2019, ondergaat de landbouwvennootschap (LV), in 2019 een hele transformatie. In dit artikel gaan we hier nader op in.   

Om het vennootschapsrecht te vereenvoudigen en flexibeler te maken, heeft de federale wetgever het aantal vennootschapsvormen sterk gereduceerd. Het ‘Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen’, kortweg het WVV, behoudt slechts de volgende afzonderlijke vennootschapsvormen: (1) de personenvennootschappen (de maatschap, V.O.F en Comm.V), (2) de besloten vennootschap (BV), (3) de naamloze vennootschap (NV) en (4) de coöperatieve vennootschap (CV). De minder gekende vennootschapsvormen zoals de Europese vennootschap en de Europese coöperatieve vennootschap zullen ook blijven bestaan. De LV verdwijnt aldus.Concreet betekent dit dat vanaf de inwerkingtreding van het WVV geen nieuwe LV’s meer opgericht kunnen worden en dat de bestaande LV’s op termijn omgevormd zullen moeten worden naar ofwel een gelijkaardige vennootschapsvorm zoals de V.O.F of de Comm.V (fiscaal transparante entiteiten tenzij geopteerd wordt voor de vennootschapsbelasting), ofwel naar een iets minder voor de hand liggende vennootschapsvorm zoals de coöperatieve vennootschap of de BV.

Zowel de nieuwe als de bestaande vennootschappen zullen echter wel een erkenning als landbouwonderneming kunnen aanvragen waardoor zij in principe aanspraak kunnen blijven maken op specifieke voordelen die voor hen voorzien werden, bijvoorbeeld de specifieke regeling voorzien in de pachtwet.

Ongeacht het feit dat de wet in werking treedt vanaf 1 mei 2019, heeft de bestaande LV tot 1 januari 2024 de tijd om haar statuten aan te passen en zich om te vormen naar een andere vennootschapsvorm. Zolang zij zich niet omvormt, zal de vennootschap enkel onderworpen zijn aan het bestaande vennootschapsrecht. Indien gewenst kan de bestaande LV al vanaf de bekendmaking van het WVV in het Belgisch Staatsblad ervoor kiezen om zich aan de bepalingen van het WVV te onderwerpen. 

Vanaf 1 januari 2024 zullen alle LV’s die geen actie ondernomen hebben van rechtswege omgevormd worden tot een V.O.F. of een Comm.V. Vervolgens moeten de statuten aangepast worden binnen de 6 maanden na de omvorming van rechtswege. De leden van de bestuursorganen zullen persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de eventuele schade geleden door de vennootschap of derden naar aanleiding van de niet nagekomen verplichting.

Contacteer tijdig uw Tiberghien adviseur zodat wij samen met u kunnen bekijken welke stappen u best (niet) onderneemt.

 

Pieter Souffriau - Counsel (pieter.souffriau@tiberghien.com)

Emilie Van Goidsenhoven - Counsel (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)

Louise De Pauw - Associate (louise.depauw@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News

Ons Civiele procedure en geschillenbeslechting- team brengt u graag op de hoogte van enkele nieuwigheden binnen het familierecht, meer bepaald op het vlak van de onderhoudsbijdrage voor minderjarige en studerende meerderjarige kinderen (art. 203bis Burgerlijk Wetboek en art. 1321 Gerechtelijk Wetboek).

Gepubliceerd in News

"Een schenking is een akte waarbij de schenker zich dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak ontdoet, ten voordele van de begiftigde, die ze aanneemt", zo bepaalt artikel 894 van het Burgerlijk Wetboek. Het betreft een eenzijdige en plechtige overeenkomst waarbij het principe van de contractsvrijheid ten volle kan spelen mits de overdracht dadelijk en onherroepelijk geschiedt. Het toevoegen van een conventioneel beding van terugkeer in geval van vooroverlijden van de begiftigde behoort dus zeker tot de mogelijkheden. Of dergelijk beding achteraf nog aan een reeds gedane schenking kan toegevoegd worden is een vraag die beantwoord wordt in het arrest van het hof van beroep van Gent van 22 februari 2018.

 

Lees hier het volledige artikel dat verscheen in Vermogensplanning in de Praktijk 2018-4.

Gepubliceerd in Publications

Door de wet van 31 juli 201, zoals gewijzigd door de wet van 22 juli 2018 (hierna: Erfwet), wordt de reeds lang beoogde hervorming van het erfrecht eindelijk gerealiseerd. Door de wijziging van de regels met betrekking tot de erfrechtelijke reserve en met betrekking tot de inbreng van giften en schulden, de versoepeling van het verbod op erfovereenkomsten en de herformulering van het evenwicht tussen de langstlevende echtgenoot, de kinderen en andere bloedverwanten van de erflater brengt de wetgever het erfrecht bij de tijd en wordt een antwoord geboden op de toenemende diversiteit in samenlevingsvormen (in het bijzonder de toename van nieuw samengestelde gezinnen) en de wens van de burger tot grotere autonomie en keuzevrijheid.

In wat hierna volgt, stippen wij uitsluitend de belangrijkste familierechtelijke aspecten van het hervormde erfrecht aan. Hierbij komen aan bod de onderhoudsvordering van de ascendenten tegen de nalatenschap van de kinderloze erflater (II), de bekwaamheid om een erfovereenkomst te sluiten (III), het begrip 'stiefkinderen' in de globale erfovereenkomst (IV), de onterving van de langstlevende echtgenoot bij feitelijke scheiding en in het raam van een echtscheiding door onderlinge toestemming (V en VI) en ten slotte de vordering tot aanvulling van de verdeling ter vervanging van de vordering tot vernietiging op grond van benadeling van meer dan een vierde (VII). 

 

 

Gepubliceerd in Publications

Beter laat dan nooit, werd in het Belgisch Staatsblad van 9 november 2018 het koninklijk besluit van 4 november 2018 gepubliceerd dat handelt over de aangifte, de betaling en enkele bijkomende maatregelen met betrekking tot de taks op de effectenrekeningen (TER).

Momenteel zijn de meeste Belgische banken bezig met het inzamelen van antwoorden van klanten die al dan niet willen kiezen voor de opt-in van hun effectenrekening voor de betaling van deze taks.

De taks voor de eerste normale referentieperiode van 10 maart tot en met 30 september 2018 dient door de Belgische financiële instellingen uiterlijk op 20 december van dit jaar betaald te worden aan de schatkist.

Gepubliceerd in News

Het Waals Gewest heeft, bij Decreet van 19 juli 2018, de fiscaliteit afgestemd op het nieuwe erfrecht. Het Vlaams Gewest nam daartoe kort voordien initiatief, bij Decreet van 6 juli 2018 tot modernisering van de erf- en schenkbelasting.

Welke wijzigingen bracht het Waals Gewest precies aan in de erfbelasting en welke gelijkenissen en verschillen zijn er in de drie gewesten?

Gepubliceerd in News
donderdag, 18 oktober 2018 13:31

De contouren van het Belgisch UBO-register bekend

Met de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (hierna afgekort de ‘AWW-Wet’) werd de invoering van het zogenaamde Belgisch “UBO-register” aangekondigd. Dit “UBO-register” is een (op Europees initiatief geregelde) gecentraliseerde databank waarin bepaalde door de wet voorgeschreven informatie van alle “uiteindelijke begunstigden” of “UBO’s” (de Engelse afkorting van “Ultimate Beneficial owners”) van vennootschappen en kwalificerende entiteiten moet worden opgenomen. Voor onze eerste commentaren bij het voorontwerp van wet van 31 maart 2017 verwijzen wij naar onze eerdere berichtgeving.

Voorlopig was het nog koffiedik kijken naar de concrete draagwijdte en praktische uitvoeringsmodaliteiten van het register. Dit in het bijzonder voor wat betreft de inhoud van de te verzamelen en te verstrekken informatie, de toegang tot het register of het gebruik van de in het register opgenomen informatie.

Deze werkingsmodaliteiten werden nu in uitvoering van de Wet vastgelegd bij koninklijk besluit van 30 juli 2018 (BS. 14 augustus 2018, ed. 2, blz.64.620 ) (hierna het “KB”) dat in werking treedt op 31 oktober 2018.

Het koninklijk besluit dat in uitvoering van de antiwitwaswet de praktische modaliteiten van het UBO-register regelt, alsook het verslag aan de Koning daarbij, voorzien als deadline om deze informatie aan het UBO-register voor de eerste keer over te maken 30 november 2018. Dit omwille van de wettelijk voorziene termijn van één maand voor informatieplichtige entiteiten om de vereiste informatie te rapporteren.  In een recent gepubliceerde FAQ te raadplegen via de website van de Federale Overheidsdienst Financiën werd deze deadline echter uitgesteld naar 31 januari 2019. Volgens een mededeling op de website van de Federale Overheidsdienst Financiën zelf, werd deze deadline inmiddels in overleg met de sector opgeschoven naar 31 maart 2019.

“Hoewel de inwerkingtreding pas op 31 oktober 2018 is gepland, heeft u tijd tot 31 maart 2019 om uw uiteindelijke begunstigden voor de eerste maal te registreren.” (https://financien.belgium.be/nl/E-services/ubo-register)

Hierna bespreken wij alvast de voornaamste praktische implicaties van het KB voor zowel de informatieplichtige entiteiten als voor de UBO’s zelf.

 
Gepubliceerd in News
Pagina 7 van 12
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com