Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>Tiberghien - French Desk

Toon items op tag: French Desk

Tot op heden en tot de inwerkingtreding van het nieuwe Frans-Belgisch verdrag, zijn inkomsten van (tweede) woningen in Frankrijk aangehouden door Belgische inwoners natuurlijke personen exclusief belastbaar in Frankrijk en worden deze vrijgesteld in België. België kan echter rekening houden met deze inkomsten voor de berekening van het belastingtarief toepasselijk op het geheel van de belastbare inkomsten in België (het zogenaamde progressievoorbehoud), maar deze inkomsten worden niet daadwerkelijk belast in België.

Gepubliceerd in News

Gisteren hebben België en Frankrijk een nieuw dubbelbelastingverdrag ondertekend aangaande belastingen naar het inkomen en het vermogen.

Dit heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar de tekst is nu finaal. Eens de instemmingsprocedures achter de rug zijn, kan het dan ook in werking treden (naar alle waarschijnlijkheid ten vroegste per 1.1.2023).

Ten opzichte van het huidige verdrag – dat ruim een halve eeuw oud is – vallen een aantal opvallende wijzigingen op.

Vanaf vandaag zullen wij dan ook wekelijks ingaan op een aantal bijzondere aandachtspunten van het nieuwe verdrag. U kan de komende weken van ons de volgende nieuwsbrieven verwachten:

Bovendien stellen we binnenkort gratis een videocast ter beschikking met een algemene toelichting bij het nieuwe verdrag en de gevolgen ervan voor de Belgische belastingplichtige.

Indien u deze wenst te ontvangen, registreer u dan nu en kom alles te weten over dit nieuwe verdrag.

Vriendelijke groeten,

Het Tiberghien Frankrijk Desk team

Gepubliceerd in News

In een recente nieuwsbrief werd al gemeld dat de Fiscus zich neerlegt bij het arrest van het Hof van Cassatie van 15 oktober 2020 waarin voor de tweede maal bevestigd wordt dat een Belgische inwoner-particulier op basis van het Belgisch – Frans dubbelbelastingverdrag recht heeft op de verrekening van een forfaitair belastingkrediet van 15 % van het netto-dividend ‘aan de Belgische grens’.

Voor cijfervoorbeelden, waarbij vastgesteld kan worden dat het bedrag van dat krediet verschillend kan zijn naargelang de Franse bronheffing die werd ingehouden, verwijzen wij naar onze eerdere nieuwsbrieven hierover.

Aansluitend op de “berusting” in het cassatie-arrest, heeft de Centrale administratie nu een circulaire gepubliceerd in de vorm van een FAQ (Frequently Asked Questions), die de Belgische particulier wegwijs moet maken in de manier van recuperatie van het FBB (Circulaire 2021/C/49 - FAQ van 28 mei 2021 betreffende het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (FBB) en dividenden van Franse oorsprong)

Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen de kalenderjaren waarin dit Franse dividend geïnd werd.

1. Verhaalmogelijkheden per kalenderjaar

Wij trachten hierna de regels die de Administratie voorstelt, per kalenderjaar samen te vatten.

1.1. Franse dividenden ontvangen in het kalenderjaar 2020

De fiscus stelt eenzelfde manier voor van recuperatie van FBB zowel voor Franse dividenden die eerst in het buitenland geïnd werden en die verplicht aangegeven moeten worden in de aangifte personenbelasting, als voor Franse dividenden die rechtstreeks op een Belgische bankrekening gestort werden en waarop bevrijdende roerende voorheffing werd ingehouden.

Voor beide gevallen stelt de administratie voor om de Franse dividenden “aan te geven in de passende rubrieken van het vak VII (inkomsten van kapitalen en roerende goederen) van de aangifte in de personenbelasting (aanslagjaar 2021), en niet na te laten om ook rubriek F in te vullen (inkomsten waarop een bijzonder aanslagstelsel van toepassing is)”.

De circulaire preciseert echter niet onder welke code(s) van vak VII de dividenden gemeld moeten worden zodat het raadzaam is waakzaam te zijn voor een correcte aangifte om enige discussie hierover te vermijden. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende codes naargelang roerende voorheffing werd ingehouden of niet, en – indien ingehouden – aan welk tarief er werd ingehouden.

1.2. Franse dividenden ontvangen in kalenderjaar 2019

Indien de dividenden in het buitenland geïnd werden en vervolgens verplicht aangegeven werden en er geen verrekening plaatsvond in het betreffende aanslagbiljet, dan kan er een bezwaar ingediend worden binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzendingsdatum van het aanslagbiljet dat betrekking heeft op de aanslag die de belasting van de dividenden omvat.

Indien de dividenden rechtstreeks op een Belgische rekening werden gestort met inhouding van Belgische RV en niet gemeld werden in de aangifte PB – aanslagjaar 2020, dan zou het FBB nog verrekend kunnen worden indien de dividenden vooralsnog in een aanslag opgenomen worden. In de circulaire wordt het voorbeeld van een wijziging van aangifte vermeld.

Naar onze mening kan hier ook nog een rechtzetting gebeuren door een bezwaar in te dienen tegen het eerder ontvangen aanslagbiljet wegens een vergissing in rechte.

Mocht de bezwaartermijn van 6 maanden en 3 dagen reeds verstreken zijn, dan kan geopteerd worden voor ofwel een ontheffing van ambtswege (artikel 376 WIB 92), ofwel een aanvraag tot terugbetaling in te dienen tegen de ingehouden RV (artikel 368 WIB 92) naargelang de concrete situatie.

1.2.1. Ambtshalve ontheffing (art. 376 WIB 92)

De adviseur-generaal van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar verleent ambtshalve ontheffing van de overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen, uit dubbele belasting, alsmede van die welke zouden blijken uit afdoende bevonden nieuwe bescheiden of feiten waarvan het laattijdig overleggen of inroepen door de belastingschuldige wordt verantwoord door gewettigde redenen.

Een ambtshalve ontheffing kan gevraagd worden tot vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd.  De terugvordering kan dus teruggaan tot inkomstenjaar 2015 in de veronderstelling dat de dividenden dan in 2016 werden aangegeven via de aangifte inzake personenbelasting en de aanslag gevestigd werd in 2017.

In de nieuwe circulaire wordt gemeld dat deze ambtshalve ontheffing niet mogelijk is voor de verrekening van het FBB omdat:

  • er geen sprake kan zijn van dubbele belasting die respectievelijk werd geheven in België en in Frankrijk, en
  • de uitspraak van het Hof van Cassatie geen nieuw feit is.

Wij menen dat dit standpunt van de administratie voor discussie vatbaar is en dat er toch argumenten ingeroepen kunnen worden om de FBB-verrekening toe te kunnen passen.

Zo kan men bv. in eerste instantie erop wijzen dat zowel het antwoord van de minister van Financiën op de parlementaire vraag nr° 123 van 30 november 2020 van de heer Leysen (Vr. en Antw. Kamer 2020-2021, 27 januari 2021, nr.B0036, 201, vraag nr.123) als de circulaire (2021/C/49 – FAQ) van 28 mei 2021 ingeroepen kunnen worden als nieuwe feiten.

Wat de eventuele dubbele belasting als argument betreft, stelt de administratie dat er geen sprake kan zijn van dubbele heffing omdat het Frans-Belgisch dubbelbelastingverdrag beide staten uitdrukkelijk machtigt om belasting te heffen over deze dividenden. Niettemin kan hiertegen ingeroepen worden dat er toch nog dubbele belasting is in de mate dat er geen FBB-verrekening gebeurde zoals voorzien wordt in dat dubbelbelastingverdrag.

Het standpunt van de belastingautoriteiten is verbazingwekkend daar het ontbreken van een verrekening van het FBB reeds door enkele rechterlijke instanties werd beschouwd als een dubbele heffing die recht geeft op een ambtshalve ontheffing.

1.2.2. Aanvraag tot terugbetaling van ingehouden RV

De circulaire spreekt met geen woord over de mogelijkheid om het FBB te recupereren door middel van een aanvraag tot terugbetaling van ingehouden RV met een terugvraagtermijn van 5 jaar te rekenen vanaf de eerste januari van het jaar waarin de roerende voorheffing gestort is geweest.

Bijgevolg kan een aanvraag tot terugbetaling worden ingediend voor dividenden verkregen sinds 1 januari 2017.

Deze mogelijkheid tot terugbetaling van de teveel ingehouden roerende voorheffing werd bovendien tot tweemaal toe bevestigd door het Hof van Beroep van Gent in het voordeel van de belastingplichtige. Het betreft meer in het bijzonder de arresten van 15 december 2020 en 21 april 2021.

Het feit dat het Belgisch intern recht geen verrekening van FBB voorziet ingeval van toepassing van bevrijdende roerende voorheffing (art. 313 WIB92), zo oordeelt het hof, is namelijk van ondergeschikt belang en kan geen afbreuk doen aan de lezing die aan artikel 19, A1, 2e lid van het Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag gegeven moet worden, te weten een autonoom recht op verrekening van FBB ongeacht de eventuele beperkingen van Belgisch recht.

Gelet op deze positieve rechtspraak van het Gentse Hof van Beroep, menen wij dat de belastingplichtige zijn rechten kan vrijwaren door de FBB-verrekening te vragen in een aanvraag tot terugbetaling van de inhouding van RV, althans voor zover de andere oplossingen niet meer mogelijk zijn wegens het verstrijken van de aangifte- en/of bezwaartermijn tegen het persoonlijk aanslagbiljet.

1.3. Franse dividenden ontvangen in kalenderjaar 2018 en vroeger

Vermits er waarschijnlijk al meer dan 6 maanden en 3 dagen verlopen zijn sinds de verzending van het aanslagbiljet personenbelasting naar de betrokken belastingplichtige, kan de verrekening enkel nog maar gevraagd worden binnen de langere termijnen van een ambtshalve ontheffing of die van een aanvraag tot terugbetaling van de ingehouden RV.

2. Enkele algemene opmerkingen

2.1. Netto-bedrag voor berekening FBB

In de circulaire wordt bevestigd dat bij toepassing van het nieuwe tarief van Franse bronheffing van 12,8 %, het FBB van 15% berekend wordt op het saldo van 87,2 EUR (in de veronderstelling dat het bruto uitgekeerd dividend 100 is). Op dit bedrag wordt Belgische belasting van 30 % (hetzij 26,16) berekend, waarmee 13,08 FBB verrekend kan worden. Na verrekening van het FBB zal een Belgische particulier bijgevolg 74,12 overhouden. Hierdoor kan men uiteindelijk meer netto overhouden van een Frans dividend dan bijvoorbeeld bij een louter Belgisch dividend (waar het netto 70 is).

2.2. Impact aanvraag vrijstelling van personenbelasting

In de circulaire wordt ook een standpunt ingenomen ten aanzien van de verrekening van het FBB voor dividenden die eveneens onder een andere code aangegeven worden om te genieten van een vrijstelling van personenbelasting (voor een maximumbedrag van 800,00 euro). De FBB-verrekening kan volgens de administratie slechts gebeuren voor dividenden van Franse oorsprong die effectief belast werden (worden) in België. In de mate dat het dividend werd aangegeven voor deze specifieke vrijstelling van personenbelasting, verliest men het recht op FBB.

2.3. Geen automatische rechtzetting andersluidende beslissingen in verleden

Voor dossiers van belastingplichtigen waaromtrent in het verleden reeds een negatieve beslissing genomen werd in een procedure van bezwaar bij de administratie, zal er geen automatische rechtzetting gebeuren op basis van de nieuwe cassatierechtspraak. Zolang de termijn niet is verstreken, kan wel nog een verzoekschrift worden neergelegd bij de rechtbank van eerste aanleg om de situatie recht te zetten.

Vincent Vercauteren - Partner (vincent.vercauteren@tiberghien.com)

Griet Vanden Abeele - Partner (griet.vandenabeele@tiberghien.com)

Dirk Coveliers - Counsel (dirk.coveliers@tiberghien.com)

Yannick Cools - Associate (yannick.cools@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News

:: UPDATE - 09/06/2021 :: 

Het Hof van Cassatie heeft zich inmiddels tweemaal uitgesproken over de verrekening van een minimaal belastingkrediet voor dividenden van Franse oorsprong (Cass. 16 juni 2017 en 15 oktober 2020). Deze arresten en de problematiek dienaangaande werden reeds uitgebreid besproken in onze eerdere nieuwsbrieven.  Klik hier voor onze nieuwsbrief van 27 november 2020 en hier voor deze van 16 januari 2020.

Tot voor kort weigerde de belastingadministratie standvastig om zich te schikken naar de visie van het Hof. Inmiddels bevestigde de minister van Financiën in een antwoord op een parlementaire vraag dd. 27 januari 2021, dat de Administratie zich neerlegt bij de rechtspraak van het Hof, waarbij particuliere beleggers zich aldus zullen kunnen beroepen op de verrekening van het FBB over de belasting die wordt geheven op dividenden van Franse oorsprong. De minister bevestigde hierbij uitdrukkelijk dat de aangifte in de personenbelasting in het vak VII – inkomsten van kapitalen en roerende goederen, een rubriek F zal bevatten waarin specifiek de inkomsten worden vermeld waarop een bijzonder aanslagstelsel van toepassing is, bijvoorbeeld overeenkomstig specifieke bepalingen als voorzien in bepaalde internationale verdragen.

In de praktijk blijkt echter dat Adviseurs-Generaal in bepaalde gevallen voet bij stuk houden en de verrekening van het FBB weigeren, omdat zij van oordeel zijn dat de verrekening van het FBB niet kan worden toegestaan indien er toepassing wordt gemaakt van de bevrijdende roerende voorheffing (en waarin de Franse dividenden aldus niet op het aangifteformulier van de personenbelasting zijn vermeld). De minister van Financiën heeft zich echter niet expliciet uitgesproken over deze gevallen.

Deze weigering werd recent verworpen door het Hof van Beroep te Gent.

Inmiddels vernamen wij dat de Belgische Staat, voor een derde maal weliswaar, voornemens is om een cassatievoorziening in te stellen inzake deze problematiek. Wij vermoeden hierbij dat de voorziening zal worden toegespitst op toepassing van het FBB in gevallen waar er sprake is van bevrijdende roerende voorheffing.

Belastingplichtigen die met dit probleem worden geconfronteerd, kunnen het FBB voor Franse dividenden die zij in 2020 ontvangen hebben, laten verrekenen via hun aangifte PB voor aanslagjaar 2021.  Voor de dividenden ontvangen in 2019, kunnen zij de toepassing van het FBB nog vragen via een bezwaarschrift, althans indien de bezwaartermijn daarvoor nog niet verstreken is.  Voor de dividenden ontvangen voor het jaar 2019, kan getracht worden om het FBB nog te verkrijgen via een ambtshalve ontheffing, ofschoon de kans groot is dat de fiscus deze vraag zal verwerpen op grond van het feit dat het arrest van het Hof van Cassatie voor hem geen nieuw feit uitmaakt en er volgens hem ook geen sprake is van dubbele heffing.

Hiervoor zal een gerechtelijke procedure overwogen moeten worden.

Voor verdere informatie, lees ook het vervolgartikel over de recent gepubliceerde administratieve circulaire over de terugvorderingsmogelijkheden, alsook het artikel hierover op Investment Officer.

Voor verdere vragen, kan u zich richten tot de auteurs van deze publicatie.

Dirk Coveliers - Counsel (dirk.coveliers@tiberghien.com)

Olja Rudic - Associate (olja.rudic@tiberghien.com)

 

Gepubliceerd in News

Tiberghien is verheugd u een nieuwe ontwikkeling binnen het WTS Global netwerk te kunnen aankondigen: vanaf januari 2021 maakt het toonaangevende Franse advocatenkantoor FIDAL deel uit van WTS Global. (lees hier het persbericht)

Via deze nieuwe samenwerking kan ook Tiberghien cliënten met belangen in Frankrijk nog beter bijstaan.

FIDAL werd bijna 100 jaar geleden opgericht als een fiscaal adviesbureau en is vandaag het grootste Franse advocatenkantoor. Met meer dan 1.400 advocaten en consultants, én vertegenwoordiging in meer dan 90 steden over het hele land, wordt FIDAL algemeen erkend als ‘trusted advisor’ voor Franse bedrijven, KMO’s en multinationals binnen een brede waaier aan sectoren.

Bernard Peeters, Partner bij Tiberghien en lid van de WTS Global Board: "Wij zijn overtuigd dat een dynamisch en performant netwerk essentieel is om fiscaal advies op topniveau te kunnen aanbieden aan internationaal actieve bedrijven en hun stakeholders. Onze nieuwe FIDAL-collega’s zullen het WTS Global netwerk versterken met hun expertise en bijna een eeuw aan ervaring. Op die manier kunnen wij cliënten nog beter bijstaan in het ontwikkelen van hun internationale activiteiten”.   

Wij kijken uit naar een vruchtbare samenwerking!

Gepubliceerd in News

Zoals reeds in een vorige Nieuwsbrief Successierechten uitgebreid werd aangehaald, nam de Raad Richtlijn 2017/1852/EU betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie aan in het kader van het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-Actiepunt 14. Hieruit bleek eveneens dat Wallonië nog de laatste afwezige was wat de omzetting van deze richtlijn in nationaal recht betreft. Ongeveer een jaar na datum waarop de richtlijn omgezet had moeten zijn in nationaal recht (30 juni 2019), voorziet Wallonië nu ook in een decreet.

 Lees hier de publicatie van Louise De Pauw die verscheen in Nieuwsbrief Successierechten, nr.8/2020

 

 

Gepubliceerd in Publications

Het bezit door een Belgisch ingezetene van aandelen in een Franse “société civile immobilière” (SCI) die Franse onroerende goederen aanhoudt, heeft reeds het voorwerp uitgemaakt van veel controverse, met name na de arresten van het Belgische Hof van Cassatie van 29 september 2016 en 21 september 2017, waarbij de door de SCI gedane uitkeringen in België werden gekwalificeerd als dividenden belastbaar aan een tarief van 30%, bovenop de Franse belasting die reeds werd geheven op de ontvangen onroerende inkomsten of de gerealiseerde meerwaarde op onroerende goederen.

Gepubliceerd in News
Getagged onder

Op 16 juni 2017 heeft het Hof van Cassatie een arrest geveld waarin wordt bevestigd dat België verplicht is een belastingkrediet toe te kennen voor dividenden van Franse oorsprong verkregen door Belgische rijksinwoners-natuurlijke personen. Sindsdien hebben talrijke betrokken belastingplichtigen vorderingen ingediend om hun rechten te doen gelden. Tot nu toe weigert de belastingadministratie om zich te schikken naar de rechtspraak van het Hof van Cassatie.

Thans heeft het Hof van Beroep te Antwerpen, waarnaar het geschil volgend op het bovenvermelde arrest van het Hof van Cassatie werd terugverwezen, het aan de Belgische belastingplichtigen toekomend belastingkrediet herbevestigd. 

Gepubliceerd in News

De Franse “Loi de Finances” voor 2020 heeft een nieuw criterium van fiscale woonplaats in het Franse interne recht ingevoerd voor belastingplichtigen-natuurlijke personen.

Gepubliceerd in News

Ingevolge het arrest van het Hof van Cassatie van 16 juni 2017 is België verplicht om ten aanzien van dividenden van Franse oorsprong een verrekening van een minimaal belastingkrediet toe te staan. Het hof van beroep van Antwerpen sluit zich aan bij deze visie van het Hof van Cassatie (Antwerpen 17 december 2019). Eerder deed het hof van beroep van Brussel dit ook (Brussel 20 september 2018).

Gepubliceerd in Publications
Pagina 2 van 3
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com