Toon items op tag: French Desk
Tweede verblijven in Frankrijk en de impact van het Nieuwe Frans-Belgisch dubbelbelastingverdrag
Op 9 november 2021 ondertekenden België en Frankrijk een nieuwe overeenkomst voor het vermijden van dubbele belasting inzake inkomstenen vermogensbelasting en ter voorkoming van belastingontduiking en fiscale fraude (hierna: het Verdrag of het DBV). Over het huidige dubbelbelastingverdrag, dat dateert van 1964 en niet langer in lijn lag met de recentste internationale normen, werd intussen al een tiental jaar opnieuw onderhandeld.
Tal van Belgische inwoners (natuurlijke personen) houden Franse onroerende goederen aan als tweede verblijf of als investering (rechtstreeks, dan wel middels (onroerend-goed) vennootschappen zoals Franse sociétés civiles immobilières (SCI’s)). Met deze bijdrage trachten wij de belangrijkste gevolgen van het nieuwe Verdrag voor hen op een rijtje te zetten.
Lees hier de volledige publicatie, die verscheen in "Vermogensplanning in de Praktijk 2022-2".
Gedetacheerde werknemer en non-concurrentievergoeding : wie mag belasten ?
In een arrest van 21 september 2021 heeft het hof van beroep te Luik zich uitgesproken over de toepassing van het Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag op een non-concurrentievergoeding. Dergelijke rechtspraak blijft interessant, omdat uit de Belgische en buitenlandse rechtspraak ter zake blijkt dat de toepassing van de verdragen op dergelijke vergoedingen niet steeds eenduidig is.
Lees het volledige artikel, dat in "Fiscoloog Internationaal" 458 p. 4 verscheen, hier.
Nieuw dubbelbelastingverdrag België-Frankrijk – belangrijke wijzigingen voor artiesten en sportbeoefenaars
De toewijzing van de heffingsbevoegdheid over inkomsten van artiesten en sportbeoefenaar volgt onder het huidig Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag een verouderde systematiek die in sterke mate afwijkt van het OESO-modelverdrag.
Het nieuwe dubbelbelastingverdrag is op dit vlak een ‘gamechanger’. Artiesten en sportbeoefenaars actief in een Belgisch-Franse context ressorteren voortaan onder een voor hen voorbehouden artikel 16, dat geënt is op het OESO-modelverdrag. Bijzonder is wel dat in een minimum-threshold wordt voorzien.
Pensioenen onder het nieuw Belgisch – Frans dubbelbelastingverdrag
Wat pensioenen betreft, brengt het nieuw Belgisch – Frans dubbelbelastingverdrag op tekstueel vlak wel wat wijzigingen met zich mee, doch zal er in vele gevallen niks veranderen in de praktijk. Zowel onder het huidige als onder het nieuwe verdrag komt de heffingsbevoegdheid inzake pensioenen in principe toe aan de woonstaat.
Inkomsten van werknemers onder het nieuwe dubbelbelastingverdrag met Frankrijk – it’s all in the details
Het nieuwe dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk brengt enkele wijzigingen met zich mee. Zo wijzigen ook de regels die van toepassing zijn op de inkomsten die een werknemer ontvangt uit een dienstbetrekking.
Het nieuwe Frans-Belgische dubbelbelastingverdrag en de meerwaardebelasting op aandelen in een Frans-Belgische context
Onder het oude Frans-Belgische dubbelbelastingverdrag (“DBV”) van 1964, behoorde de heffingsbevoegdheid inzake meerwaarden op aandelen gerealiseerd door een Belgisch fiscaal inwoner (natuurlijke persoon of vennootschap) in principe exclusief aan België toe.
De « V.I.E. » in het nieuw Frans-Belgisch dubbelbelastingverdrag
Het nieuwe dubbelbelastingverdrag tussen Frankrijk en België, dat enkele jaren geleden werd aangekondigd, is eindelijk gesloten. Onder de vele veranderingen die dit nieuwe verdrag met zich meebrengt, is er één die bijna onopgemerkt zou kunnen blijven: de behandeling van de inkomsten van personen die in België werken in het kader van de Franse regeling voor het Volontariat International en Entreprise ("VIE").
In deze nieuwsbrief worden in het kort de belangrijkste kenmerken van dit Franse stelsel, dat in België vaak verkeerdelijk toegepast wordt, in herinnering gebracht. Verder wordt beschreven wat er op het spel staat in het licht van de gerichte fiscale controles die de afgelopen jaren zijn gevoerd en wordt nader ingegaan op de fiscale behandeling die het nieuwe verdrag voortaan voorziet voor de inkomsten van personen die onder dit statuut in België werkzaam zijn.
Belastingheffing op Franse dividenden ontvangen door een Belgische inwoner aandeelhouder (natuurlijke en rechtspersoon) onder het nieuwe Frans-Belgische verdrag
Een nieuw dubbelbelastingverdrag tussen Frankrijk en België is onlangs ondertekend en de inwerkingtreding is voorzien op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving dat de vereiste formaliteiten zijn vervuld. In de veronderstelling dat dit in de loop van 2022 gebeurt, zullen de bepalingen van het nieuwe Frans-Belgische verdrag van toepassing zijn op de inkomsten van de belastbare tijdperken die op 1 januari 2023 aanvangen.1
Dit nieuwe verdrag brengt aanzienlijke wijzigingen met zich mee, met name op het vlak van de belastingheffing op dividenden. Belgische inwoners die dividenden uit Franse bron ontvangen en omgekeerd, Franse inwoners die dividenden uit Belgische bron ontvangen, zullen met de gevolgen van de inwerkingtreding van het nieuwe verdrag geconfronteerd worden. In deze nieuwsbrief geven wij een overzicht van de belangrijkste wijzigingen voor Belgische fiscale inwoners.
Vaste inrichtingen en het multilateraal instrument
Onlangs hebben België en Frankrijk een nieuw verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing ondertekend. Dit verdrag, waarover jaren is onderhandeld en waarop jaren is gewacht, brengt belangrijke veranderingen ten opzichte van het huidige verdrag (O.m. betreffende het FBB enz. - zie hier). Hoewel dit nieuwe verdrag geen wezenlijke verandering zal brengen in het begrip vaste inrichting, is het een gelegenheid om enkele cruciale punten in herinnering te brengen en die in de praktijk vaak – ten onrechte – over het hoofd worden gezien. Niettemin is de relevantie ervan niet te onderschatten.
Het nieuwe Frans-Belgisch verdrag geeft de Kaaimantaks vrij spel
De toepassing van de Kaaimantaks in een Frans-Belgische context heeft reeds het voorwerp uitgemaakt van verschillende bijdragen, met name aangaande de translucide SCI en de zogenaamde sociétés civiles portefeuilles (“SCP”).