Met betrekking tot de eventuele meerwaarde gerealiseerd naar aanleiding van de verkoop van deze aandelen stelt zich thans fiscaal een nieuw probleem. De Franse Raad van State heeft zich inderdaad onlangs op dit punt uitgesproken in zijn beslissing van 24 februari 20201. Deze beslissing is conform twee arresten die reeds werden geveld door de Administratieve Rechtbank van Montreuil2, volgens dewelke de aandelen van een “translucide”3 SCI als onroerende goederen moeten worden beschouwd.
Deze kwalificatie als ‘onroerend goed’ is niet onbelangrijk daar deze impliceert dat de aandelen van de SCI’s onder artikel 3 van de Frans-Belgische overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting zouden vallen. Deze bepaling kent de belastingbevoegdheid over inkomsten van (met inbegrip van gerealiseerde meerwaarde op) onroerende goederen toe aan de staat waar deze onroerende goederen zijn gelegen, zodus aan Frankrijk op basis van bovenvermelde Franse rechtspraak.
Wellicht mag men zich verwachten aan ingebrekestellingen vanwege de Franse belastingdienst wat betreft in het verleden gerealiseerde meerwaarde op aandelen van een Franse translucide SCI die nog niet verjaard zou zijn. Verder rijst de vraag naar de eventuele impact van deze rechtspraak op de toepassing van de Frans-Belgische overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting inzake successierechten.
Aarzel niet ons te contacteren voor meer informatie aangaande het bovenstaande.
Alain Van Geel - Partner (alain.vangeel@tiberghien.com)
Emilie Van Goidsenhoven - Counsel (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)
Olivia Herbert - Associate (olivia.herbert@tiberghien.com)
1 Raad van State, 24 februari 2020, nr. 436392.
2 TA Montreuil, 17 april 2017, nr. 1701414; TA Montreuil, 26 juni 2018, nr. 1703431.
3 Deze kwalificatie werd reeds aanvaard wat betreft aandelen van transparante SCI’s (Slotprotocol bij de Frans-Belgische overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting, paragraaf 2; Com. Ov. 13/254).