Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>Tiberghien - Corporate Tax

Toon items op tag: Corporate Tax

In een recent arrest oordeelde het Hof van Justitie dat tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak die ter hoogte van de filter omhuld zijn met een extra papieren laag, moeten worden beschouwd als sigaren of cigarillo’s, en niet als sigaretten. De kwalificatie van een tabaksfabrikaat als sigaar of cigarillo dan wel als sigaret is van bijzonder belang omwille van de verschillen in de toepasselijke accijnstarieven.

In de zaak Skonis ir kvapas[i] diende het Hof van Justitie zich uit te spreken over de vraag of tabaksrolletjes van fijne snede met een filter en een dekblad van natuurtabak, waarbij een deel van het dekblad ter hoogte van het filter is omhuld met een extra papieren laag, voor accijnsdoeleinden moeten worden aangemerkt als sigaren of cigarillo’s, dan wel als sigaretten.

Op grond van artikel 4, lid 1, onder a), van richtlijn 2011/64 worden tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak als sigaren of cigarillo’s beschouwd op voorwaarde dat zij geschikt zijn om en, gelet op hun kenmerken en de normale verwachtingen van de consument, uitsluitend bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt. Tabaksrolletjes die geschikt zijn om als zodanig te worden gerookt en die geen sigaren of cigarillo’s zijn, worden bij toepassing van artikel 3, lid 1, onder a), van diezelfde richtlijn, gekwalificeerd als sigaretten.

De Litouwse douaneadministratie meende dat de betrokken producten als sigaretten moesten worden beschouwd op grond van de overweging dat de extra papieren laag waarmee de producten zijn omhuld, kan leiden tot een visuele gelijkenis tussen die producten en sigaretten. Het Hof van Justitie volgde deze stelling niet.

Volgens het Hof van Justitie is het materiaal waaruit het dekblad bestaat het essentiële criterium om het onderscheid te maken tussen sigaren of cigarillo’s enerzijds en sigaretten anderzijds. Het Hof oordeelt dat uit het hoger aangehaalde artikel 4, lid 1, onder a), van richtlijn 2011/64 volgt dat tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak in de regel sigaren of cigarillo’s zijn en geen sigaretten.

Alleen indien de aanwezigheid van de extra papieren laag tot gevolg heeft dat die tabaksrolletjes, gelet op hun kenmerken en de normale verwachtingen van de consument, niet bestemd zijn om te worden gerookt als sigaren of cigarillo’s, zijn zij alsnog van deze indeling uitgesloten en zijn zij toch aan te merken als sigaretten. Volgens het Hof is deze uitzondering echter niet toepasselijk. Immers, in de ogen van de consument verleent een dekblad van natuurtabak de tabaksrolletjes die ermee zijn uitgerust een visueel aspect, een verbrandingssnelheid en een smaak bij het roken die deze tabaksrolletjes onderscheidt van sigaretten. De aanwezigheid van een extra papieren laag die enkel de filter omhult en niet het deel van de producten dat wordt verbruikt, doet hieraan geen afbreuk.

Op basis van de bewoordingen van artikel 4, lid 1, onder a), van richtlijn 2011/64, het opzet van die richtlijn en de met die richtlijn nagestreefde doelstellingen beslist het Hof dat tabaksrolletjes van fijne snede met een filter en een dekblad van natuurtabak, waarbij een deel van het dekblad ter hoogte van de filter omhuld is met een extra papieren laag, waardoor die producten eruit kunnen zien als sigaretten, voor accijnsdoeleinden kwalificeren als sigaren of cigarillo’s, en niet als sigaretten.

De kwalificatie als sigaren of cigarillo’s enerzijds of als sigaretten anderzijds is belangrijk. Het accijnstarief toepasselijk op sigaren of cigarillo’s is in de meeste EU-lidstaten[ii] aanzienlijk lager dan het accijnstarief dat geldt voor sigaretten.

In België zijn sigaren en cigarillo’s vandaag onderworpen aan een totale ad valorem accijns van 10 procent van de kleinhandelsprijs. Op sigaretten is daarentegen een totale ad valorem accijns toepasselijk van 40,04 procent van de kleinhandelsprijs, alsook een totale specifieke accijns van 66,4691 EUR per 1.000 stuks.

Tabaksproducenten en -handelaars dienen de kwalificaties van hun producten te toetsen aan dit arrest van het Hof van Justitie. Bedrijven die in het verleden, in strijd met dit arrest, te veel accijnzen hebben betaald, hebben recht op de terugbetaling ervan te vermeerderen met de interesten vanaf het tijdstip van de betaling van de accijnzen.

Voor vragen kan u steeds terecht bij Ward Lietaert (Associate, ward.lietaert@tiberghien.com) en/of Jurgen Gevers (Counsel, jurgen.gevers@tiberghien.com)

 

[i]HvJ 11 april 2019, zaak C-638/17, Skonis ir kvapas, ECLI:EU:C:2019:316.

[ii]https://bit.ly/2STPbAb (overzicht op datum van 1 juli 2018).

Gepubliceerd in News
donderdag, 11 april 2019 10:31

Ahmed El Jilali

Ahmed startte zijn carrière als consultant in de vennootschapsbelasting voor één van de Big Four consulting bedrijven in België.

 

Hij sloot zich aan bij de Balie van Brussel in 2013 en werkte sindsdien als fiscaal advocaat voor een toonaangevend internationaal advocatenkantoor in Brussel waar hij heel wat ervaring opdeed in vennootschapsbelasting en internationaal fiscaal recht.

 

In 2017 werd Ahmed gedetacheerd naar het hoofdkantoor van een internationaal consulting bedrijf in Londen. Hier sloot hij zich aan bij een soort ‘denktank’ voor Europees en internationaal fiscaal recht.

 

Uiteindelijk vervoegde Ahmed in 2019 Tiberghien als lid van het corporate team waar hij bedrijven adviseert in Belgisch en internationaal fiscaal recht.

EMEA Rising Star 2024

Gepubliceerd in Counsel

Sinds 1 januari 2019 is de Europese richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken van toepassingt. De richtlijn kadert in de politieke prioriteit om op het gebied van internationale belastingheffing te waarborgen dat er belasting wordt betaald waar waarde en winsten worden gegenereerd.

Lees hier het volledige artikel dat verscheen in Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 556

Gepubliceerd in Publications

Sinds 1 januari 2019 is de Europese richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken van toepassing. De richtlijn kadert in de politieke prioriteit om op het gebied van internationale belastingheffing te waarborgen dat er belasting wordt betaald waar waarde en winsten worden gegenereerd. Men wil het vertrouwen in de billijkheid van de belastingstelsels herstellen en overheden in staat stellen hun fiscale soevereiniteit daadwerkelijk uit te oefenen. Met de richtlijn beoogt de Raad aan te knopen bij de OESO-initiatieven ter bestrijding van "base erosion and profitshifting" (BEPS). Voor de goede werking van de interne markt vindt de Raad het van essentieel belang dat de lidstaten, ten minste, op een voldoende coherente en gecoördineerde wijze hun toezeggingen inzake BEPS implementeren en meer in het algemeen actie ondernemen om belastingontwijkingspraktijken te ontmoedigen en een billijke en doeltreffende belastingheffing in de Unie te waarborgen.

 

Lees hier de volledige uiteenzetting van Anne Van De Vijver dat werd gepubliceerd in het Tijdschrift voor Fiscaal Recht 556.

Gepubliceerd in Publications

Nu het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen definitief werd goedgekeurd (WVV) treden eveneens enkele wijzigingen van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) in werking. Wij hernemen in dit artikel graag onze eerdere aandachtspunten van deze wijzigingen op het gunstregime voor overdracht van familiale vennootschappen. Voor een uitgebreidere bespreking van de overige punten verwijzen wij naar ons eerder artikel (24 oktober 2018).  

Gepubliceerd in News

Reeds enkele jaren liggen wetsvoorstellen ter tafel voor het verrekenen van verliezen in de land- en tuinbouwsector veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden. Op 31 januari 2019 werd het Wetsontwerp houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen aangenomen waarbij een dergelijke specifieke regeling voor de land- en tuinbouw zal ingevoerd worden.

Concreet betekent dit dat ondernemers in de land-  en tuinbouwsector zullen kunnen opteren voor een bijkomend fiscaal gunstig regime voor het verrekenen van hun verliezen door ongunstige weersomstandigheden. Het bestaande regime waarbij overschotten aan verliezen kunnen overgedragen en verrekend worden met de winst van het volgende boekjaar, zal worden uitgebreid met een nieuw systeem waarbij verliezen overgedragen en verrekend kunnen worden met de winsten van de voorbije boekjaren. Dit noemt men het systeem van achterwaartse verliesaftrek of het Carry Back-systeem.  

Het Carry Back-systeem wordt enkel voorzien voor middelgrote ondernemingen in de land- en tuinbouwsector die bovendien nog geen ‘onderneming in moeilijkheden’ waren vóór de schade door ongunstige weersomstandigheden zich voordeed. Er worden autonome definities van ‘middelgrote onderneming’ en ‘onderneming in moeilijkheden’ ingevoerd in het WIB. De landbouwer zal zowel voor doeleinden van de personen- als de vennootschapsbelasting beroep kunnen doen op het regime.

Niet zomaar alle verliezen komen in aanmerking voor het regime. Enkel de verliezen geleden door ongunstige weersomstandigheden, zoals o.a. zware regenval, grote droogte en strenge vorst, die zich (1) ten vroegste op 1 januari 2018 voordeden, (2) formeel erkend werd door een gewest als ramp en (3) waarvan die erkenning in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. Deze verliezen zullen mogen verrekend worden met de winsten van de drie belastbare jaren voorafgaand aan het belastbare jaar waarin de schade werd vastgesteld.

Hoe dit allemaal praktisch zal geregeld en vastgesteld worden, moet nog verder bepaald worden door de gewesten. Deze praktische aspecten zullen vastgelegd worden in een met elk gewest afzonderlijk gesloten protocol. De nieuwe steunmaatregel moet daarnaast ook steeds in overeenstemming zijn met de Europese wetgeving, met name de landbouwvrijstellingsverordening. Deze verordening voorziet o.a. in een maximaal toegelaten steunintensiteit die niet overschreden mag worden (art. 25 landbouwvrijstellingsverordening). Aangezien de gewesten op vandaag reeds voorzien in steun aan landbouwers die schade geleden hebben naar aanleiding van ongunstige weersomstandigheden is er nood aan coördinatie tussen de verschillende overheden zodat de totale maximale steunintensiteit, die geleverd mag worden door België, niet overschreden wordt.  Mocht de belastingplichtige alsnog van rechtswege teveel aan belasting ontheven zijn, zal de totale belasting van het belastbare tijdperk vermeerderd worden.

Het is bijgevolg nog even wachten op de regels betreffende de praktische uitwerking van dit nieuwe regime. Aangezien de gewesten reeds in verschillende steunmaatregels voorzien, wordt vermoed dat de regeling nauw zal aansluiten bij de methodes en procedures die door hen reeds gehanteerd worden.

Wij houden u graag op de hoogte van de evolutie op dit gebied en blijven ter beschikking voor tussentijdse vragen indien u die mocht hebben.

 

Pieter Souffriau - Counsel (pieter.souffriau@tiberghien.com)

Emilie Van Goidsenhoven - Counsel (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)

Louise De Pauw - Associate (louise.depauw@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News

In het kader van de invoering van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) ter hervorming van het vennootschapsrecht, dat goedgekeurd werd op 28 februari 2019 en in werking treedt op 1 mei 2019, ondergaat de landbouwvennootschap (LV), in 2019 een hele transformatie. In dit artikel gaan we hier nader op in.   

Om het vennootschapsrecht te vereenvoudigen en flexibeler te maken, heeft de federale wetgever het aantal vennootschapsvormen sterk gereduceerd. Het ‘Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen’, kortweg het WVV, behoudt slechts de volgende afzonderlijke vennootschapsvormen: (1) de personenvennootschappen (de maatschap, V.O.F en Comm.V), (2) de besloten vennootschap (BV), (3) de naamloze vennootschap (NV) en (4) de coöperatieve vennootschap (CV). De minder gekende vennootschapsvormen zoals de Europese vennootschap en de Europese coöperatieve vennootschap zullen ook blijven bestaan. De LV verdwijnt aldus.Concreet betekent dit dat vanaf de inwerkingtreding van het WVV geen nieuwe LV’s meer opgericht kunnen worden en dat de bestaande LV’s op termijn omgevormd zullen moeten worden naar ofwel een gelijkaardige vennootschapsvorm zoals de V.O.F of de Comm.V (fiscaal transparante entiteiten tenzij geopteerd wordt voor de vennootschapsbelasting), ofwel naar een iets minder voor de hand liggende vennootschapsvorm zoals de coöperatieve vennootschap of de BV.

Zowel de nieuwe als de bestaande vennootschappen zullen echter wel een erkenning als landbouwonderneming kunnen aanvragen waardoor zij in principe aanspraak kunnen blijven maken op specifieke voordelen die voor hen voorzien werden, bijvoorbeeld de specifieke regeling voorzien in de pachtwet.

Ongeacht het feit dat de wet in werking treedt vanaf 1 mei 2019, heeft de bestaande LV tot 1 januari 2024 de tijd om haar statuten aan te passen en zich om te vormen naar een andere vennootschapsvorm. Zolang zij zich niet omvormt, zal de vennootschap enkel onderworpen zijn aan het bestaande vennootschapsrecht. Indien gewenst kan de bestaande LV al vanaf de bekendmaking van het WVV in het Belgisch Staatsblad ervoor kiezen om zich aan de bepalingen van het WVV te onderwerpen. 

Vanaf 1 januari 2024 zullen alle LV’s die geen actie ondernomen hebben van rechtswege omgevormd worden tot een V.O.F. of een Comm.V. Vervolgens moeten de statuten aangepast worden binnen de 6 maanden na de omvorming van rechtswege. De leden van de bestuursorganen zullen persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de eventuele schade geleden door de vennootschap of derden naar aanleiding van de niet nagekomen verplichting.

Contacteer tijdig uw Tiberghien adviseur zodat wij samen met u kunnen bekijken welke stappen u best (niet) onderneemt.

 

Pieter Souffriau - Counsel (pieter.souffriau@tiberghien.com)

Emilie Van Goidsenhoven - Counsel (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)

Louise De Pauw - Associate (louise.depauw@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News
dinsdag, 12 maart 2019 11:08

Themadag 'Ondernemingsstrafrecht'

Gerd D. Goyvaerts zal tijdens de Themadag Ondernemingsstrafrecht, georganiseerd door LegalNews.be, Intersentia en Larcier, aanwezig zijn als spreker.

Tijdens de Themadag ‘Ondernemingsstrafrecht’ worden, na twee sessies in de ochtend, in de namiddag nog twee andere sessies gegeven door ervaren praktijkjuristen, waarbij ruime mogelijkheid tot vraagstelling wordt voorzien. De formule van deze Themadag is uitermate flexibel: elke deelnemer kan ofwel enkel één sessie volgen (voormiddag of namiddag) of twee sessies naar keuze (voor- en namiddag).

Meer informatie over het programma en inschrijving vindt u hier.

Gepubliceerd in Events

1. Aan het verhaal van de forfaitaire waardering van de gratis woonst lijkt maar geen einde te komen. Na de veelvuldige – uiteindelijk vaste – rechtspraak over het ongrondwettelijk karakter van het onderscheid bij de kosteloze terbeschikkingstelling van een onroerend goed door een natuurlijke persoon dan wel door een rechtspersoon, gevolgd door de Circulaire 2018/C/57 van 15 mei 2018 en de aanpassing van artikel 18, §3, punt 2 KB/WIB92 door het KB van 7 december 2018, zijn wij vandaag bij hoofdstuk 4 van de saga beland.

Gepubliceerd in News

Zoals het er nu naar uitziet, verlaat het Verenigd Koninkrijk op 30 maart 2019 om 0.00 uur [29 maart 2019 om 23 uur in het Verenigd Koninkrijk.] de Europese Unie [Artikel 50 Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).]. Het Britse parlement heeft op 15 januari 2019 het terugtrekkingsakkoord [Draft agreement on the withdrawal of the UK from the EU as agreed at negotiators' level on 14 November 2018, including text of Article 132 (https://www.consilium.europa.eu/media/37095/draft_withdrawal_agreement_incl_art132.pdf).] verworpen dat het VK op 14 november 2018 met de EU had bereikt. Op 29 januari 2019 heeft het Britse parlement de Britse regering opgedragen om met de EU te heronderhandelen over de huidige oplossing om een harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland te voorkomen (de zgn. backstop). Het risico dat het VK de EU op 30 maart 2019 verlaat zonder terugtrekkingsakkoord door middel van een ‘harde Brexit’, is door die recente gebeurtenissen sterk toegenomen. Daarbij komt nog dat het Britse parlement op 29 januari 2019 ook het voorstel heeft verworpen om aan de EU te vragen de Brexit-deadline uit te stellen, en dat de EU niet geneigd is tot heronderhandeling van het terugtrekkingsakkoord.

Een harde Brexit maakt vanaf 30 maart 2019 een einde aan het vrije verkeer van goederen tussen het VK en de EU, en heeft verstrekkende gevolgen op douane- en accijnsvlak. Het zal heel wat aanpassing en voorbereiding vergen van al wie handel drijft met het VK.

Lees hier het volledige artikel door Jurgen Gevers en Ward Lietaert. Een publicatie die verscheen in Fiscale Actualiteit nr. 2019/05.

 

 

Gepubliceerd in Publications
Pagina 16 van 27
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com