Toon items op tag: Corporate Tax
Fiscaal gunstregime voor de vererving van familiale vennootschappen: het Vlaamse Gewest anticipeert
De wetgever heeft de bedoeling om het 'oude' Wetboek Vennootschappen (WVenn.) te vervangen door een nieuw en moderner Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WW). Het nieuwe vennootschapsrecht zal een aantal grondige vernieuwingen invoeren. Zo wordt het aantal vennootschappen herleid naar een viertal fundamentele vennootschapsvormen: de personenvennootschappen (maatschap, vof en Comm.V), de besloten vennootschap (bv), de coöperatieve vennootschap (cv) en de naamloze vennootschap (nv).
Consolidatie en Intrestaftrekbeperking
Seminar : 'New tax consolidation and interest limitation rules in Belgium and their impact on M&A transactions'
Antwerpen 27/03/2019 - Deinze 28/03/2019 - Brussel 04/04/2019
Speakers / team
Bernard Peeters - Ivo Vande Velde - Gilles Van Namen - Quentin Masure - Laura Vanhauwere
Seminar Documentation
Click here for the presentation of the Tiberghien Seminar ‘New tax consolidation and interest limitation rules in Belgium and their impact on M&A transactions' - 27, 28 March and 4 April 2019.
Extra Documentation
Belastbaar tijdstip buitenlandse dividenden: inschrijving op Belgische rekening?
In een arrest van 24 april 2018 heeft het hof van beroep te Gent zich uitgesproken over het belastbaar tijdstip van buitenlandse dividenden. Het hof concludeert dat niet de datum van de algemene vergadering die beslist tot de dividenduitkering de belastbaarheid veroorzaakt, maar de inschrijving van het dividend op een (Belgische) bankrekening van de aandeelhouder. Hierdoor was in casu 25% (21% + 4%) roerende voorheffing verschuldigd in plaats van 15%.
Lees hier de uitgebreide toelichting van Bart De Cock dat verscheen in het Tijdschrift Beleggingsfiscaliteit 2018/2.
“Hoe ver drijft het Verenigd Koninkrijk weg van de EU?"
Brexit en indirecte belastingen
Optie btw voor onroerende verhuur: wat met de aftrek van historische btw?
“’T is gebeurd!” – Forfaitaire waardering gratis woonst: KB/WIB92 eindelijk aangepast conform Circulaire
1. In onze voorgaande nieuwsbrief van 17 mei 2018 werd de Circulaire 2018/C/57 van 15 mei 2018 besproken over de forfaitaire raming van de voordelen van alle aard voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning.
De problematiek is ondertussen door iedereen wel gekend, en deze kwam al meermaals aan bod in onze eerdere nieuwsbrieven van 23 juni 2016, 23 maart 2018 en 17 mei 2018.
Onderscheid in tarief van de nalatigheids- en moratoriuminteresten doorstaat de grondwettigheidstoets
1. De Wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting (BS 29 december 2017) heeft diverse maatregelen in het leven geroepen. Eén van deze maatregelen betreft de nieuwe regeling voor de berekening van de rentevoet van de nalatigheids- en moratoriuminteresten in de inkomstenbelastingen (cf. artt. 77 en 79 Wet 25 december 2017).
Aanslag geheime commissielonen doorstaat eens te meer toets aan de Grondwet
Verdoken meerwinsten
Het Grondwettelijk Hof spreekt zich opnieuw uit over de aanslag geheime commissielonen. Deze keer gaat het over de zgn. tweede ontsnappingsroute, de mogelijkheid voor de vennootschap om de aanslag te vermijden door de verkrijger te identificeren (art. 219 lid 7 WIB 92). Die route staat alleen open voor niet-gerapporteerde kosten en voordelen van alle aard maar niet voor verdoken meerwinsten. Toch ziet het Hof geen schending van het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (GwH 4 oktober 2018, 123/2018).
Copernicaanse revolutie voor pensioenfondsen en de roerende voorheffing op dividenden
Eerstdaags keurt de ministerraad een wetsontwerp goed met daarin maatregelen tegen belastingfraude en belastingontwijking door pensioeninstellingen op het vlak van roerende voorheffing. De regering wil oneigenlijke vrijstellingen of onterechte terugbetalingen van roerende voorheffing in het kader van couponstripping tegengaan en het innen van roerende voorheffing verzekeren.
Het wetsontwerp bevat een drietal zaken.
Vooreerst, als een pensioeninstelling buitenlandse dividenden ontvangt zonder bemiddeling van een Belgische tussenpersoon zal zij voortaan zelf de roerende voorheffing moeten aangeven en betalen. Als het parlement de wet goedkeurt, dan is dit copernicaans en brengt het een bijkomende administratieve last met zich mee en, niet te onderschatten, ook een financieringsnadeel. In ieder geval wordt daardoor de neutraliteit verbroken tussen beleggingen via rechtstreekse lijnen en beleggingen via beleggingsvennootschappen.
De tweede maatregel is een antimisbruikbepaling. Als in principe een vrijstelling van roerende voorheffing op dividenden kan worden toegepast en deze dividenden voortkomen van aandelen die niet minstens 60 dagen ononderbroken in volle eigendom zijn gehouden, wordt weerlegbaar vermoed dat de transactie kunstmatig is en dat de vrijstelling niet kan behouden worden. Als een pensioeninstelling de vrijstelling toch wil toepassen, dan zal zij zelf moeten bewijzen dat de transactie niet fiscaal geïnspireerd is.
Tot slot, voor Belgische pensioenfondsen is de inhouding of betaling van roerende voorheffing normaal gesproken belastingneutraal omdat zij verrekenbaar is met de uiteindelijke vennootschapsbelasting die doorgaans nul is (zero taxation). Daar komt nu een breuk in de dam. De roerende voorheffing kan niet langer verrekend worden indien de aandelen waaruit de dividenden voortkomen niet gedurende ten minste 60 dagen onderbroken in volle eigendom worden aangehouden, tenzij de pensioeninstelling kan aantonen dat de transactie niet kunstmatig is en niet is opgezet met als doel de verrekening van de roerende voorheffing te verkrijgen.
Grote aandacht is dus nodig voor investeringen die minder dan 60 dagen worden aangehouden. In de toekomst zal de pensioeninstelling (ook de pensioeninstellingen die geen ofp’s zijn trouwens!) moeten kunnen aantonen dat de handelingen rechtmatig zijn.
Koen Van Duyse, Partner (koen.vanduyse@tiberghien.com)
Bart De Cock, Senior Associate (bart.decock@tiberghien.com)
Sarah De Wilde, Associate (sarah.dewilde@tiberghien.com)
Wat met terugname waardevermindering op aandelen na zetelverplaatsing?
In een opmerkelijk arrest heeft het hof van beroep te Antwerpen zich recentelijk uitgesproken over de fiscale behandeling van de terugname van een waardevermindering op aandelen na een inbound-zetelverptaatsing. De zaak handelde over een in Luxemburg opgerichte vennootschap die haar zetel overbracht naar België. De vennootschap had waardeverminderingen op aandelen geboekt vóór de zetelverplaatsing, en deze na haar immigratie teruggenomen. Het hof komt tot de conclusie dat de terugnames in België belastbaar zijn (Antwerpen 4 september 2018, 201 6 I ARI 20641).