Toon items op tag: Corporate Tax
Werkelijke zetel van een buitenlandse holding: voorbereiden is zilver, beslissen is goud
Op 23 november 2017 heeft het hof van beroep Brussel in zijn arrest geoordeeld dat de werkelijke leiding van een Luxemburgse holding voor de boekjaren 2004 tot en met 2006 wel degelijk, in tegenstelling tot wat de fiscale administratie beargumenteerde, in Luxemburg is gelegen en niet in België. Het hof van beroep bevestigt hierbij het eerder tussengekomen vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Brussel dat oordeelde dat de vennootschap slechts belastbaar is in Luxemburg.
PERSBERICHT - WTS Global lanceert 'European Tax Law Centre' in Brussel
WTS Global lanceert het ETCL, het European Tax Law Centre (ETCL). Onder leiding van Koen Morbée, Partner bij Tiberghien (Brussel), zal het ETCL optreden als geavanceerd ‘Tax advisory centre’ voor de internationale WTS-cliënten.
“Lenen bij de belastingplichtige is lenen bij een vriend?”*
In het kader van het Zomerakkoord werd – naast o.a. de verlaging van het tarief inzake vennootschapsbelasting – besloten om het stelsel van de moratorium- en nalatigheidsinteresten gevoelig te hervormen. Dit wetgevend ingrijpen zou zijn ingegeven om het tarief in lijn te brengen met de “economische realiteit”. Ook wordt er o.m. voorzien in de mogelijkheid om het tarief jaarlijks aan te passen. De belangrijkste wijziging is het verschil in tarief dat voortaan bestaat tussen nalatigheids- en moratoriuminteresten alsook de verplichte ingebrekestelling van de fiscus alvorens tot uitbetaling van moratoriuminteresten kan worden overgegaan.
Corporate Fase I (2)
De verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting zou budgetneutraal zijn, aldus de regering. In deze sessie wordt stilgestaan bij een aantal compenserende maatregelen, zoals de invoering van een korf die onderworpen is aan een aftrekbeperking (minimale belastbare basis). Ook worden de verstrengde voorwaarden besproken voor de vrijstelbaarheid van voorzieningen voor risico’s en kosten, evenals de beperkte aftrekbaarheid van vooruitbetaalde kosten. Ten slotte worden een aantal maatregelen besproken die de inning van de vennootschapsbelasting moeten waarborgen: de belastingvermeerdering wegens gebrek aan voorafbetalingen, de sanctie bij een niet-aangifte, de aftrekbeperking op belastingsupplementen na een fiscale controle en de lagere moratorium- en nalatigheidsinteresten.
Corporate Fase I (1)
Dé blikvanger van de hervorming van de vennootschapsbelasting is uiteraard de verlaging van de tarieven. In een eerste sessie wordt deze verlaging besproken en gekaderd binnen een internationale tendens. In deze sessie komen o.m. ook de aanpassingen aan de DBI-aftrek (100%-aftrek en beperking bij herstructureringen) aan bod. Daarnaast worden ook de verstrengde voorwaarden voor de belastingvrijstelling van meerwaarden op aandelen besproken, en de uitzonderingen op deze voorwaarden (bv. voor beleggingsvennootschappen). Ten slotte wordt de aanpassing van de aftrek voor risicokapitaal besproken.
KMO-fiscaliteit
Wat betekent het Zomerakkoord nu concreet voor KMO’s?
Corporate Fase II (2)
Grensoverschrijdende (her)structurering, migratie en relocatie van activiteiten:
Corporate Fase II (1)
Belangrijke evoluties in de M&A-sfeer:
Hervorming vennootschapsbelasting: goedgekeurd door het parlement
Zoals u weet heeft de regering eind juli als onderdeel van het Zomerakkoord een consensus bereikt over de hervorming van de vennootschapsbelasting. De ontwerpwetteksten van deze hervorming werden afgelopen vrijdag definitief aangenomen door het parlement.
De gefaseerde aanpak van de hervorming bleef behouden. Zo zullen wijzigingen aan de bestaande wetgeving plaatsvinden in 2018, 2019 en 2020. Hieronder kan u een samenvatting terugvinden die de inhoud van het wetsvoorstel weergeeft.
Berekening van het voordeel van alle aard voor plug-in hybrides aangekocht vanaf 01/01/2018: Grens (opnieuw) verlaagd naar 0,5 kWh en toevoeging van bijkomend criterium
Er is de voorbije maanden heel wat te doen geweest rond de verhoging van het voordeel van alle aard voor de zogenaamde “valse hybrides” die aangekocht worden na 1 januari 2018. Hiermee wordt verwezen naar de oplaadbare hybridevoertuigen waarbij de elektrische batterij geen aanzienlijk gebruik van het voertuig toelaat via deze energiebron. Gewone hybridevoertuigen daarentegen worden niet geviseerd.