Toon items op tag: Private Clients
Verrekenbedingen, schattingsprocedure en andere wijzigingen decretaal geregeld
Het Vlaams Parlement keurde op zes december jl. het ontwerpdecreet houdende wijzigingen aan de Vlaamse Codex Fiscaliteit met een ruime meerderheid goed. We lichten in het bijzonder de relevante wijzigingen toe voor de erfbelasting, meer bepaald de finale verrekenbedingen, keuzebedingen en verblijvingsbedingen onder last en de schattingsprocedure bij de aangifte van nalatenschap.
Opname in het passief van een verrekenbeding
Het verrekenbeding heeft veel van zijn fiscaal belang verloren, althans in Vlaanderen niet: de Vlaamse Regering heeft een voorstel van decreet daartoe neergelegd bij het Vlaamse Parlement, dat inmiddels goedgekeurd werd: het decreet van 8 december 2017. Toch blijft het interessant het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 27 juni 2017 te lezen omwille van de problematiek die daarin aan de orde kwam. Met name: hoe dient het verrekenbeding in de aangifte te worden opgenomen, en meer in het algemeen: hoe moeten precies de schulden worden vermeld?
Provisionele aangifte in fiscale regularisatie per 13 april 2018 indienen of eerder aangifte post factum te beperken tot het fiscaal verjaard kapitaal ?
In het kader van de “Common Reporting Standard” (CRS) was het reeds bekend dat de Belgische fiscus bepaalde informatie m.b.t. door Belgische belastingplichtigen in het buitenland gehouden tegoeden zou ontvangen van en uitwisselen met de overige aan CRS deelnemende landen. Een aantal landen hadden zich geëngageerd om gegevens uit te wisselen vanaf 2017 (m.b.t. gegevens over 2016), zoals vb. België zelf en Luxemburg. Vanaf 2018 zullen ook Zwitserland en Hong Kong deelnemen aan deze automatische gegevensuitwisseling. Tot voor kort was het evenwel niet geheel duidelijk op welke manier de Belgische fiscus met deze overvloed aan informatie zou omgaan. Intussen kon worden vastgesteld dat de BBI initiatief heeft genomen om bepaalde belastingplichtigen, over wie men informatie heeft verkregen, een uitgebreide vragenlijst toe te sturen en dit in verband met diverse aspecten van hun vermogen.
Familiale vermogensplanning in het nieuwe erfrecht: nieuwe mogelijkheden?
Op 1 september werd de wet tot wijziging van het erfrecht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Twaalf maanden later, op 1 september 2018, treedt het nieuwe erfrecht in werking. Vanaf dan zullen nieuwe rechtsiguren zoals ‘het wettelijk voortgezet vruchtgebruik’ (art. 858bis nieuw BW) en ‘de inbreng ten behoeve van een derde’ (art. 845, § 2 nieuw BW) concreet toepassing vinden. Maar ook nu reeds moet het nieuwe erfrecht ten gronde bestudeerd worden, niet in het minst omdat mogelijk al acties moeten worden ondernomen. Wordt bijvoorbeeld beslist om een verklaring voor een notaris af te leggen zodat de ‘oude’, thans nog geldende regels van toepassing blijven op alle reeds gedane schenkingen? En is het opportuun om nog voor 1 september 2018 te schenken onder de thans geldende regeling, dan wel te wachten tot ná 1 september 2018 op de nieuwe regelgeving?
Voorafgaande beslissing 2017.037 van 14 maart 2017 over de kaaimantaks en de Luxemburgse SICAV-SIF: een moeilijke kwalificatie-oefening...
De “kaaimantaks” is een stelsel van fiscale transparantie met betrekking tot inkomsten behaald door juridische constructies, ingevoerd door de artikelen 38 tot 47 van de Programmawet van 10 augustus 2015, intussen aangepast bij wet van 26 december 2015. De “kaaimantaks” is enkel van toepassing op rijksinwoners en belastingplichtigen onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Een bijzondere vraag die zich stelt, is in welke mate de kaaimantaks van toepassing is op binnen de EER gevestigde ICB’s. Wij bespreken deze problematiek aan de hand van de “casus” van de Luxemburgse beleggingsvennootschappen, in het bijzonder de Luxemburgse Sicav-SIF (in het Frans “Sicav-FIS” genoemd).
Fiscale regularisatie anno 2017 voor privévermogen: een kritische beschouwing
De wettelijke en decretale regelingen inzake de fiscale regularisatie anno 2017 zijn verworden tot een zeer complex geheel waarbij de totstandkoming van de regels in totaal zo’n 2 jaar in beslag heeft genomen. De kandidaat aangever zal indien hij illiciet vermogen wenst te regulariseren onwaarschijnlijk nauwgezet dienen te werk te gaan, zowel naar de keuze van de verschillende soorten aangiftes als naar de definiëring en ventilering van de onderliggende gepleegde fiscale fraude. De regelingen zijn doorspekt van bewijsverplichtingen lastens de aangever die zowel van negatieve als van positieve aard zijn en die vaak zullen uitmonden in de verplichting tot het leveren van een onmogelijk bewijs. De daaraan gekoppelde omkering van de bewijslast die het contactpunt regularisaties wenst te hanteren op basis van een autonome lezing van artikel 11, tweede lid van de wet van 21 juli 2016 zou er in voorkomend geval kunnen toe leiden dat een forse heffing zal dienen te worden betaald op ‘wit’ vermogen. Deze en andere aspecten worden in deze bijdrage aan een voorzichtig kritische commentaar onderworpen.
Beleggingsfiscaliteit: opportuniteiten na het Zomerakkoord? Standpunten en discussie te Brussel
Ter ere van zijn eerste verjaardag houdt het Tijdschrift Beleggingsfiscaliteit, onder hoofdredactie van Dirk Coveliers, op 23 maart het eerste interactief debat over actualia inzake beleggingsfiscaliteit na het Zomerakkoord 2017.
Belgische beleggingsfiscaliteit: wat voor nieuws in 2018 en welke evoluties?
Met ingang van 2018 zijn er weer enkele regels inzake Belgische beleggingsfiscaliteit gewijzigd (beleggingen in ICBs, dividenden van gewone aandelen, effectenrekeningen aangehouden door Belgische particulieren, beurstaks, Kaaimantaks). Deze nieuwe regels hebben ook impact voor het Belgisch cliënteel (particulieren).
Tijdens dit (franstalige) seminarie wordt de praktische impact van deze nieuwe maatregelen toegelicht, alsook de nieuwe opportuniteiten voor beleggingen door Belgische vennootschappen
Thuis is waar je terecht komt als je niets beters te doen hebt…in Monaco?*
Op 23 januari blokletterde De Tijd dat de fiscus 130 Belgen viseert met adres in Monaco. Voor de eerste keer zou de belastinginspectie een grootschalig onderzoek voeren naar alle Belgen die mogelijk veinzen dat ze in Monaco wonen. Europese rechtspraak toont aan dat een dergelijk onderzoek niet kan plaatsvinden zonder respect van de fundamentele rechten van de belastingplichtige.
Taks op effectenrekeningen
De ‘vermogende’ belegger wordt vanaf dit jaar onderworpen aan een vermogensbelasting.
Indien hij beleggingen voor 500.000 euro of meer op een effectenrekening aanhoudt, dan is hij een taks van 0,15 % hierop verschuldigd. De uiteenzetting gaat over de financiële instrumenten die hiervoor in aanmerking komen, de titularis(-sen) waarmee rekening gehouden wordt, hoe de waarde van de effecten berekend wordt, hoe bij meerdere co-titularissen ieders deel op een effectenrekening berekend wordt, op welke tijdstippen de berekening van die waarde van de rekening plaatsvindt, hoe de betaalprocedure verloopt voor beleggingen bij een Belgische bank of bij een buitenlandse bank, de anti-misbruikbepalingen, de procedure van teruggaaf en de controlemogelijkheden van de fiscus.