Toon items op tag: Private Bankers, Financial Planners
Het Vlaamse regeerakkoord en vermogensplanning. Ook nieuwsgierig?
-
De registratie van schenkingen wordt “aangemoedigd” door een verlenging van de risico-termijn op erfbelasting van drie jaar naar vier jaar. Niet-registreren houdt dus meer en langer een risico in op erfbelasting. Wij zijn benieuwd naar de inwerkingtreding van deze maatregel. Zullen een aantal oude schenkingen nog herleven? Wordt het verlengen van de risicotermijn een trend naar de toekomst?
-
Met een tariefverlaging van legaten aan “echte” goede doelen aligneert Vlaanderen zich op de buurlanden. Dat is ongetwijfeld een goede zaak voor de filantropie. Maar zullen duo-legaten nog mogelijk zijn?
-
De 'vriendenerfenis' of 'fiscale BFF' is ongetwijfeld innovatief, nu nog de concrete voorwaarden en modaliteiten. Wij zijn benieuwd.
- Van een vermindering van de erfbelasting tussen echtgenoten is helaas geen spoor meer te bekennen. Dat is jammer, de verschillende behandeling tussen gehuwden onder gemeenschap van goederen vs. scheiding van goederen blijft problematisch.
Nu nog wachten op een decreet.
Wij laten niet na om u hierover verder te informeren.
Nieuwe circulaire omtrent het toepassingsgebied van artikel 19bis WIB en mogelijkheden tot terugvordering van roerende voorheffing
De Belgische belastingadministratie heeft een nieuwe circulaire gepubliceerd omtrent artikel 19bis WIB (circulaire 2019/C/95 dd. 25.09.2019).
De fiscale transparantie van de STAK beïnvloed door de kaaimantaks
In een vorig artikel bekeken we de impact van het KB van 21 november 2018 (‘het EER-KB’) op entiteiten gelegen binnen de EER besproken. Waar de kaaimantaks 2.0 ook in zijn hernieuwde versie voor EER-entiteiten grotendeels dode letter is gebleven maakt het nieuwe EER-KB hier radicaal komaf mee. Volgens artikel 1, eerste lid, 3° van het EER KB wordt namelijk elke rechtspersoon gelegen binnen de EER die niet aan enige inkomstenbelasting onderworpen is dan wel minder dan 1% inkomstenbelasting betaalt door het EER-KB geviseerd. Bijgevolg wordt elke EER-entiteit potentieel binnen de sfeer van de kaaimantaks gebracht, aangezien deze minimumdrempel van 1% jaarlijks dient te worden bepaald overeenkomstig de regels die van toepassing zijn voor het vestigen van de Belgische belasting over een hypothetische Belgische belastbare grondslag.
Aanvullende FAQ van 19 juli 2019 over het UBO-register en de STAK
De wet van 18 september 2017 wijdt slechts vier artikelen aan de invoering van het Belgisch UBO-register. De praktische modaliteiten dienden dan ook verder te worden uitgewerkt bij KB van 30 juli 2018, alsook heeft de Administratie van de Thesaurie op verschillende interpretatieve onduidelijkheden een antwoord trachten te geven via een algemene FAQ, waarvan de laatst herwerkte versie dateert van 19 juli 2019, waaraan vervolgens nog twee addenda toegevoegd werden waarvan de laatste op 16 september 2019. Naast deze algemene FAQ, heeft de Administratie van de Thesaurie op 2 juli 2019 nog een aanvullende FAQ gepubliceerd waarin specifiek de situatie wordt behandeld waarbij aandelen van een vennootschap aan een private stichting in administratie worden gegeven.
Nieuwe FAQ UBO-register per 19 juli 2019 : Beursgenoteerde vennootschappen vallen dan toch niet onder het toepassingsgebied.
Hoewel de deadline voor de registratie in het UBO-register nog niet voorbij is, heeft de toepasselijke FAQ al verschillende gedaantes gekend en is die duidelijk onderhevig aan voortschrijdend inzicht (wat goed is overigens).
Seminarie UBO-register
Seminarie: 'Het 'Ultimate Beneficial Ownership' of 'UBO' register'
Antwerpen 27/05/2019
Sprekers / team
Gerd D. Goyvaerts Dirk Coveliers Stephanie Gabriel Caroline Maes Steven Demeulenaere
Documentatie
Klik hier voor de presenatie van het Tiberghien seminarie 'Het 'Ultimate Beneficial Ownership' of 'UBO' register' op 27 mei 2019.
Extra Documentatie
'Heffing op sparen' en rechten verworven voor januari 2018: minister corrigeert Fiscus
Uit het antwoord van de minister van Financiën op een recente mondelinge parlementaire vraag kan worden afgeleid dat de Administratie voor haar beurt heeft gesproken toen zij met ingang van 1 juli 2016 bepaalde 'alternatieve instellingen voor collectieve belegging' (AICB's) onder het toepassingsgebied van de 'heffing op het sparen' meende te kunnen brengen. Dat is blijkens het ministerieel antwoord pas het geval sinds de wetgevende tussenkomst van eind 2017 (Integraal Verslag, Kamercommissie Financiën, 13 februari 2019, CRIV 54 COM 1034, 17).
Seminarie Kaaimantaks
Seminarie: Kaaimantaks
Antwerpen 03/04/2019
Sprekers / team
Gerd D. Goyvaerts Christophe Coudron
Documentatie seminarie
Klik hier voor de presentatie van het Tiberghien Kaaimantaks seminarie - 3 april 2019
Bijkomende lectuur
Bepaalde AICB’s blijven buiten de toepassing van artikel 19bis WIB 92
De minister van Financiën heeft recent een belangrijke precisering aangebracht bij het toepassingsgebied van de heffing op het sparen (artikel 19bis WIB 92), ook Reynderstaks genoemd. Bepaalde alternatieve instellingen voor collectieve belegging blijven erbuiten als hun beleggingen illiquide en niet verhandelbaar zijn, althans in de mate dat de rechten van deelneming voor 1.1.2018 verworven werden. Door de aard van de onderliggende beleggingen hadden zij nooit een ‘ICBE’ kunnen worden. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een SICAV-SIF die o.m. in mezzanine leningen van niet –beursgenoteerde ondernemingen investeert, ook al zijn dit schuldvorderingen die meer dan 25 % van het actief van de SICAV-SIF vertegenwoordigen.
Lees hier meer over dit onderwerp in het artikel ‘Heffing op sparen’ en rechten verworven vóór 2018: minister corrigeert fiscus'. Een artikel dat verscheen in Fiscoloog, nr. 1605, 27 maart 2019
Kaaimantaks nu ook aangepast voor niet-EER rechtspersonen
De kaaimantaks werd eerder bij KB van 21 november 2018 aangepast voor rechtspersonen binnen de EER. Daarover werd uitvoerig bericht in ons artikel in Fiscale actualiteit nr. 42.