De minister van Financiën heeft recent een belangrijke precisering aangebracht bij het toepassingsgebied van de heffing op het sparen (artikel 19bis WIB 92), ook Reynderstaks genoemd. Bepaalde alternatieve instellingen voor collectieve belegging blijven erbuiten als hun beleggingen illiquide en niet verhandelbaar zijn, althans in de mate dat de rechten van deelneming voor 1.1.2018 verworven werden. Door de aard van de onderliggende beleggingen hadden zij nooit een ‘ICBE’ kunnen worden. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een SICAV-SIF die o.m. in mezzanine leningen van niet –beursgenoteerde ondernemingen investeert, ook al zijn dit schuldvorderingen die meer dan 25 % van het actief van de SICAV-SIF vertegenwoordigen.
Lees hier meer over dit onderwerp in het artikel ‘Heffing op sparen’ en rechten verworven vóór 2018: minister corrigeert fiscus'. Een artikel dat verscheen in Fiscoloog, nr. 1605, 27 maart 2019