Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>Tiberghien - Litigation

Toon items op tag: Litigation

In een recente uitspraak interpreteert het hof van beroep van Brussel het begrip ‘materiële vergissing’ iets soepeler. Het niet opnemen van een uitgave in de aangifte personenbelasting betreft een verstrooidheid, die als een materiële vergissing moet worden aanzien, en dit omwille van de billijkheid (Brussel 21 september 2021, 2016/AF/230, www.taxwin.be). Ook het hof van beroep van Antwerpen sluit zich hierbij aan in een geschil m.b.t. de vennootschapsbelasting (Antwerpen 7 december 2021, 2020/AR/1139, www.taxwin.be).

Gepubliceerd in News
Getagged onder

Koen Van Duyse bespreekt in zijn columns voor het magazine Trends actuele fiscale onderwerpen met een kritische pen. 

"De nuancering dat via het buitenland kan worden belegd in kunst met zuiver geld, moet ook haar weg in de media vinden.", zegt Koen Van Duyse, partner van Tiberghien Advocaten.

De Tijd onthulde in haar editie van 29 januari dat meer dan 1.600 peperdure kunstwerken opdoken in de Panama Papers. Ze werden verzameld en verhandeld via constructies in belastingparadijzen. In de rand van het artikel werd professor Luc De Broe, hoogleraar fiscaal recht aan de KU Leuven, gevraagd commentaar te geven. Die verklaarde dat hij "alleen maar kon vermoeden dat Belgen die kunst kopen en verkopen via een buitenlandse, exotische constructie dat doen met geld dat niet zo fris is". Hij zag geen andere fiscale reden, "want de kunstcollecties kunnen in Belgische private stichtingen worden ondergebracht, die doorgaans opereren in een onbelast klimaat."

Net als covid-experts zijn ook fiscale experts het regelmatig oneens met elkaar. En dat is goed, want een open volwassen debat brengt iedereen naar een hoger niveau. Mag ik daarom dit medium gebruiken om de stellingen van confrater De Broe op een hoffelijke manier te nuanceren, weliswaar zonder een manifest na te streven.

Een "vermoeden" dat kunstwerken worden gefinancierd "met geld dat niet zo fris is". Dat is een straffe uitspraak in een rechtstaat waar het vermoeden van onschuld een van de basisbeginselen is. Ieder is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Het kan inderdaad dat het om niet-zuiver geld gaat. En dan is het laakbaar. Maar het kan ook zuiver geld zijn. En daarom is ook een veralgemening laakbaar. Hij gebruikte het vermoeden ongetwijfeld als een feitelijk vermoeden, en niet als een juridisch. Maar toch: de nuancering dat via het buitenland kan worden belegd in kunst met zuiver geld, moet ook haar weg in de media vinden, al is het om maatschappelijke polarisering tegen te gaan.
 

Het argument om te stellen dat het wel onfris geld móét zijn, is dat het Belgisch vekihel van de private stichting niet wordt gebruikt. Er wordt dus blijkbaar van uitgegaan dat een instrument in het buitenland zoeken per definitie verdacht is. Ook dat is te algemeen.

 
Een private stichting is een afzonderlijke rechtspersoon zonder aandeelhouders en zonder leden, die bestuurd wordt om een belangeloos doel te realiseren, bijvoorbeeld het beheren van een kunstcollectie. Eisen dat een Belgische rechtspersoon wordt gebruikt, is op zich al een enge, nationalistische visie. Er kunnen ook andere redenen zijn om via constructies in het buitenland te gaan.
 

Een voorbeeld uit de praktijk. Kort na de invoering van de private stichting wilde een referentieaandeelhouder van een onderneming die onder de financiëletoezichtswetgeving viel zijn (frisse) aandelenparticipatie onderbrengen in een private stichting. In stilte gaf de toezichthouder de hint om dat toch maar niet te doen. De continuïteit van de Belgische wetgeving en haar fiscale kader was (is) namelijk hoogst onzeker. De toezichthouder suggereerde om naar het buitenland uit te wijken en daar de eeuwenoude veilige haven van het Nederlandse stichting-administratiekantoor op te zoeken. Ook topkunst heeft een veilige haven nodig, leren crisis- en oorlogstijden.

 

Confrater De Broe stelt ook dat er geen fiscale reden is om uit te wijken naar het buitenland. Er zou hier een onbelast klimaat heersen. Dat is het iets te mooi voorstellen. Meer dan honderd jaar geleden werd in België een zuivere vermogensbelasting ingevoerd. De jaarlijkse taks van 0,17 procent wordt berekend op het totale vermogen van vzw's en is sinds de invoering van de private stichting ook van toepassing op die stichtingen. Met andere woorden: een Belgische private stichting die voor 22 miljoen euro de versnipperde Love is in the Bin van Banksy bij Sotheby's heeft gekocht, moet elk jaar opnieuw 37.400 euro belasting betalen, terwijl dat kunstwerk niets opbrengt, maar wel beveiliging kost.

Ik denk dat elke reder liever een veilige en gratis haven heeft, dan een wispelturige en een dure.

 

Dit artikel verscheen op 9/02/2022 voor Trends Money Talk. U kan het bronbestand hier raadplegen.
Gepubliceerd in Publications

Het grondwettelijk verankerde gelijkheids- en nondiscriminatiebeginsel verbiedt de wetgever een ongelijke behandeling inzake belastingen in te voeren, indien daarvoor geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat (art.  10, 11 en 172 Gw.). Dezelfde regels verzetten zich er ook tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van een welbepaalde maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat.

Lees hier het volledige artikel dat verscheen in Algemeen Fiscaal Tijdschrift 2021/11.

Gepubliceerd in Publications

Het Grondwettelijk Hof heeft onlangs opnieuw geoordeeld dat een fiscale administratieve geldboete in strijd is met de Grondwet, omdat de fiscale rechter niet de bevoegdheid heeft om 'uitstel' van de boete toe te staan, terwijl de strafrechter die bevoegdheid wel heeft. Het nieuwe arrest handelt over de specifieke administratieve geldboete waarin artikel 445, § 2 WIB 1992 voorziet in geval van niet-melding van juridische constructies (GwH 14 oktober 2021, nr. 143/2021; zie reeds kort Fisc., nr. 1719 , p. 14).

 

Lees hier het volledige artikel van Céline van Houte & Helene Herpelinck. Een artikel dat verscheen in "Fiscoloog" 1722 p. 10 - 14/10/2021.

Gepubliceerd in Publications
Getagged onder

Algemeen: de zelfstandige vordering van de fiscale administratie in een strafzaak

Gepubliceerd in News
Getagged onder

Het Hof van Cassatie heeft in zijn arrest van 25 november 2021 de Bijzondere Belastinginspectie teruggefloten door de retroactieve werking van de fiscale antimisbruikbepaling cf. artikel 344, §1 WIB92 definitief af te wijzen.

Gepubliceerd in News
Getagged onder

In het juni nummer van dit tijdschrift schreef Werner Heyvaert in zijn typische ironische stijl een "Vrij Gesteld" over de gerechtelijke procedure in fiscale zaken in België. Zij die het gelezen hebben, bleven achter met een lach maar ook een traan. De vraag mag worden gesteld of dit niet beter kan en of onze huidige fiscale geschillenregeling niet aan een grondige vernieuwing toe is. Om te weten hoe een dergelijke vernieuwing er zou kunnen uitzien, volstaat het over de grens te kijken.

De volledige VoorGesteld die verscheen in Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2021/18, nr. 610 kan u hier lezen.

Gepubliceerd in Publications
Getagged onder

De FOD Financiën heeft op 3 december 2021 aangekondigd dat de betaling- en bezwaartermijn met één maand worden verlengd voor alle aanslagbiljetten in de personenbelasting met datum tussen 15 oktober en 15 december 2021. Volgens het bericht van de FOD Financiën is het mogelijk dat de belastingplichtige zijn of haar aanslagbiljet met een datum vanaf 15 oktober enkele weken later per post ontvangt. Het aanslagbiljet kan wel al in MyMinfin geraadpleegd worden vanaf de creatiedatum.

Gepubliceerd in News

Het Grondwettelijk Hof heeft onlangs opnieuw geoordeeld dat een fiscale administratieve geldboete in strijd is met de Grondwet, omdat de fiscale rechter niet de bevoegdheid heeft om uitstel van de boete toe te staan, terwijl de strafrechter die bevoegdheid wel heeft. Het nieuwe arrest handelt over de specifieke administratieve geldboete waarin artikel 445, § 2 WIB 1992 voorziet ingeval van niet-melding van juridische constructies (GwH 14 oktober 2021, nr. 143/2021; zie reeds kort Fisc. 2021, nr. 1719, 14).

Gepubliceerd in News
Getagged onder

Vele belastingplichtigen ontvangen nu en dan eens een vraag om inlichtingen vanwege de fiscale administratie in het kader van de internationale uitwisseling van informatie, waaruit zou blijken dat die belastingplichtigen hun buitenlandse roerende inkomsten niet (volledig) hebben aangegeven en/of noch het bestaan van de buitenlandse bankrekening(en) hebben gemeld in hun aangiften in de personenbelasting. Kan uit die niet-aangifte van die buitenlandse roerende inkomsten en/of buitenlandse bankrekeningen een aanwijzing van fraude worden afgeleid dewelke een belastingverhoging van minstens 50% verantwoorden?

De fiscale administratie is doorgaans van mening dat er in die situatie sprake is van fraude die een belastingverhoging van 50% rechtvaardigt omwille van een onvolledige of onjuiste aangifte met het opzet de belasting te ontduiken (ingeval van eerste overtreding) (cf. artikel 444 WIB92 juncto artikel 226.C. KB/WIB92). Wordt volgens de administratie beschouwd als fiscale fraude, het gedrag van de belastingplichtige met als doel de fiscale administratie te misleiden om er een onwettig voordeel uit te halen, zoals het niet betalen van belastingen die wettelijk verschuldigd zijn op die inkomsten onderworpen aan dergelijke belasting. Belasting ontduiken bestaat daarbij uit twee elementen: 1) een materieel element (de inbreuk op een fiscale wet), en 2) een intentioneel element (de inbreuk begaan om te ontsnappen aan de wettelijk verschuldigde belasting). Wat ook het bedrag is van de ontdoken belastingen m.b.t. roerende inkomsten, professionele inkomsten en/of inkomsten van ongekende origine, kan het overbrengen van kapitalen naar het buitenland zonder er de opbrengsten van aan te geven, bezwaarlijk een vergetelheid, materiële vergissing of een onjuistheid worden genoemd die te goeder trouw werd begaan, d.i. beweringen die het tegenovergestelde zijn van bedrieglijk opzet. In dergelijke zaken verwijst de fiscale administratie standaard naar een vonnis dd. 14 maart 2013 van de rechtbank van eerste aanleg te Namen (R.G. 2384/10) waarbij de toepassing van een belastingverhoging van 50% wordt bevestigd door te oordelen dat het bedrieglijk opzet is aangetoond wanneer de belastingplichtige kapitalen naar het buitenland heeft gebracht, zonder hiervan de opbrengsten aan te geven.

In een recent vonnis heeft de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, afdeling Antwerpen op 3 mei 2021 (A.R. 20/1393/A) echter geoordeeld dat fraude niet steeds in het spel hoeft te zijn.

De belastingplichtigen in kwestie maakten geen melding van hun buitenlandse roerende inkomsten noch van het bestaan van buitenlandse bankrekeningen (Duitsland en Nederland) in hun aangiften in de personenbelasting voor de aanslagjaren 2013 t.e.m. 2018. Nadat de fiscale administratie, in het kader van de automatische gegevensuitwisseling, inlichtingen van de Duitse en Nederlandse administratie had ontvangen, werden supplementaire aanslagen gevestigd met toepassing van een belastingverhoging van 50%. Volgens de fiscale administratie hebben de belastingplichtigen bewust de fiscale administratie trachten te misleiden d.m.v. een foutieve en onjuiste aangifte.

De rechtbank oordeelt echter dat het enkele feit dat herhaaldelijk geen aangifte werd gedaan van inkomsten, zelfs al zijn deze aanzienlijk, op zichzelf onvoldoende is als bewijs van enig bedrieglijk opzet. Het is aan de fiscale administratie om aan te tonen dat er sprake is van bedrieglijk opzet.

Hoewel niet wordt betwist dat belastingplichtigen de buitenlandse roerende inkomsten niet hebben aangegeven, kan hieruit niet zonder meer afgeleid worden dat er sprake is van opzet om belastingen te ontduiken. Ook het feit dat belastingplichtigen gedurende meerdere jaren die inkomsten niet zouden hebben aangegeven, impliceert niet dat zij noodzakelijk met bedrieglijk opzet hebben gehandeld. Fraude wordt nu eenmaal niet vermoed. Een bijzonder opzet is vereist. De fiscale administratie legt geen enkel concreet element voor waaruit zou blijken dat belastingplichtigen de fiscale administratie bewust misleid zouden hebben. Gelet op de concrete omstandigheden (belastingplichtigen zouden uit onwetendheid hebben gehandeld) oordeelt de rechtbank dat de belastingverhoging dient herleid te worden naar 10%.

Afhankelijk van de concrete omstandigheden is de standaard toepassing van een belastingverhoging van 50% (met aldus fraude-connotatie) op basis van voornoemde rechtspraak aldus niet zomaar te aanvaarden en bijgevolg mogelijks aanvechtbaar.

Voor meer informatie kan u terecht bij:

Ellen Vandingenen – Senior Associate (ellen.vandingenen@tiberghien.com)

Stevo Gatsos – Associate (stevo.gatsos@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News
Pagina 3 van 12
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com