Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>Tiberghien - Corporate Tax

Toon items op tag: Corporate Tax

1. In een eerdere nieuwsbrief (dd. 23 april 2021) werd reeds aangekondigd dat een wetsontwerp in voorbereiding was waarin een wijziging werd voorgesteld in het kader van het boekenonderzoek in de inkomstenbelastingen en inzake btw. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de Wet van 27 juni 2021 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (BS 30 juni 2021) (Artt. 105 en 106).

2. Concreet voorzien artikel 315bis WIB92 en artikel 61, §1 W.BTW. in een nieuw lid (lid 4 resp. lid 5), waarbij, onverminderd het recht van de belastingplichtige om mondelinge inlichtingen te vragen of te geven, de voorlegging van boeken en bescheiden (inzake inkomstenbelastingen) resp. boeken, facturen, kopieën van facturen en andere stukken of hun kopieën (inzake btw) eveneens betrekking heeft op de terbeschikkingstelling van die boeken en bescheiden resp. boeken, facturen, en andere stukken via een beveiligd elektronisch platform van de FOD Financiën.

Deze elektronische voorlegging kan uiteraard enkel maar betrekking hebben op de boeken en stukken die elektronisch beschikbaar zijn. Boeken en stukken die enkel op papier worden gehouden, dienen enkel op papier te worden voorgelegd en vallen buiten het bestek van deze nieuwe bepaling (MvT bij Wetsontwerp dd. 27 mei 2021, Parl.St. 2020-2021, 55-1993/001, p. 51). Deze nieuwe bepaling is ook enkel van toepassing op personen die beroep doen op een informaticasysteem of elk ander elektronisch apparaat om de boeken en bescheiden resp. facturen en stukken geheel of ten dele te houden, op te stellen, toe te zenden of te bewaren.

Volgens de Memorie van Toelichting bevinden belastingplichtigen die hun boeken, stukken en bescheiden elektronisch bijhouden zich in een objectief verschillende situatie dan die belastingplichtigen die nog steeds alle documenten op papier bijhouden. De eerstgenoemde belastingplichtigen kunnen immers snel en gemakkelijk een groot volume aan gegevens overbrengen naar het beveiligde elektronisch platform van de FOD Financiën zonder noemenswaardige administratieve lasten. Die situatie verschilt sterk van de tweede categorie van belastingplichtigen. De nieuwe regeling lijkt daarmee ook in verhouding te staan tot het beoogde doel, aangezien de bepalingen aangaande de medewerking van de belastingplichtige tijdens het fiscaal onderzoek ten aanzien van alle belastingplichtigen onverkort blijven gelden. 

3. Elektronisch gehouden boeken, stukken en bescheiden kunnen mits de nodige machtigingen van de belastingplichtige aan zijn beroepsbeoefenaar (boekhouder, accountant, enz.) ook door die beroepsbeoefenaar worden overgemaakt (MvT bij Wetsontwerp dd. 27 mei 2021, Parl.St. 2020-2021, 55-1993/001, p. 52).

4. De terbeschikkingstelling van deze digitale gegevens doet geen afbreuk aan de reeds bestaande mogelijkheid voor de belastingplichtige om mondeling in dialoog te treden met de fiscale controleur en bv. toelichting te geven bij het dossier of te vragen naar het verdere verloop van de procedure (cf. zinsnede “onverminderd het recht van de belastingplichtige…”).

5. Noteer eveneens dat het opvragen van deze digitale gegevens nog steeds dient te gebeuren in het licht van een fiscale controle en het derhalve geenszins de deur openzet voor de fiscale administratie om zonder meer en systematisch alle elektronische beschikbare boeken, stukken en bescheiden op het elektronisch platform van de FOD Financiën te plaatsen (MvT bij Wetsontwerp dd. 27 mei 2021, Parl.St. 2020-2021, 55-1993/001, p. 52).

6. De nieuwe regeling wenst tegemoet te komen aan de historische wettelijke verplichting tot voorlegging van boeken, stukken en bescheiden zonder verplaatsing, waarbij de belastingplichtige steeds middelen en mensen moest vrijmaken om een bezoek ter plaatse in zijn bijzijn te faciliteren. Het maakt bovendien deel uit van de logica die de fiscale administratie de afgelopen jaren heeft gevolgd en die de neiging heeft om de elektronische uitwisselingen te bevorderen, tenminste wanneer de belastingplichtige over de technische middelen beschikt om dat te doen. Deze wijziging beoogt aldus om bij een fiscale controle de administratieve last te verlichten voor de belastingplichtige of de btw-plichtige, in die zin dat de bedrijfsvoering niet langer hoeft onderbroken te worden door een bezoek ter plaatse van de fiscale ambtenaar, die evenwel nog steeds zal blijven overleggen met de belastingplichtige aangaande de controle die hij uitvoert.

De voorgestelde wijziging rechtvaardigt zich de dag van vandaag ook in het licht van de huidige gezondheidscrisis die verplicht om de verplaatsingen en de sociale contacten maximaal te beperken. Het beperken van de bezoeken ter plaatse door de ambtenaren van de fiscale administratie die niettemin hun controletaak moeten kunnen blijven uitoefenen, zou dus binnen dit kader moeten passen. 

7. Welk concreet effect deze wijziging in de praktijk zal hebben, is momenteel nog niet in te schatten. Het zou niet verwonderen indien de reeds bestaande praktijk om middels een “Vraag om inlichtingen” te verzoeken om elektronische boekhoudbestanden door te sturen, zal exploderen. Niettemin wordt het niet aanvaardbaar geacht dat de administratie zulke opzoekingen en zoveel werk zou vragen dat ze voor de belastingplichtige ongehoord tijdverlies en kosten zouden meebrengen. De gepastheid van het vragen van bepaalde inlichtingen moet dus in het licht van de feitelijke omstandigheden eigen aan elk geval worden beoordeeld (Com.IB92, nr. 316/2).

8. Aangezien de Wet geen specifieke bepaling voor de inwerkingtreding bevat, treedt deze wijziging in werking vanaf de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad op 30 juni 2021, aldus reeds op 10 juli 2021.

Voor meer informatie kan u terecht bij:

Ellen Vandingenen – Senior Associate (ellen.vandingenen@tiberghien.com)

Stevo Gatsos – Associate (stevo.gatsos@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News

Zijn de kosten die een vennootschap maakt voor haar onroerend goed aftrekbaar als beroepskosten in de zin van artikel 49 WIB92? Betwistingen over de al dan niet aftrekbaarheid van deze kosten zijn alomtegenwoordig – zowel in de administratieve fase als in de gerechtelijke fase trekken talrijke belastingplichtigen ten strijde tegen de fiscale administratie. Vermeldenswaardig is hierbij een arrest dd. 5 januari 2021 van het Hof van Beroep te Antwerpen (A.R. 2019/AR/1092).

Het Hof van Beroep te Antwerpen diende zich uit te spreken in een zaak m.b.t. de aanvaarding/verwerping van verschillende kosten van een woning in een vennootschap op basis van artikel 49 WIB92: zijn deze kosten gedaan of gedragen om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden?

Concreet betaalde de bestuurder via rekening-courant een jaarlijkse huurvergoeding van ong. 70.000,00 EUR (o.b.v. de forfaitaire waardering VAA voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning) voor het privégebruik (85%) van een woning die de vennootschap van de bestuurder destijds (in 1997) in volle eigendom had aangekocht. De vennootschap was aldus volle eigenaar van de woning die voor 85% ter beschikking werd gesteld aan de bestuurder en voor 15 % beroepsmatig werd gebruikt. Dit % privé-/beroepsgebruik werd niet betwist door de fiscale administratie.  

Vooreerst oordeelt het Hof van Beroep te Antwerpen dat het gegeven dat de afschrijvingen op de kosten van aankoop van de woning (in 1997) en eerdere renovatiewerken in aftrek werden aanvaard, irrelevant is voor de beoordeling van de aftrek van andere latere welbepaalde investeringskosten die werden gedaan (concreet had de betwisting betrekking op de aanslagjaren 2014 en 2015).

Wat betreft de aanvaarding van deze verschillende latere investeringen in de vennootschap oordeelde het Hof van Beroep als volgt:

  • Het enkele feit dat de vennootschap volle eigenaar is van de woning, en dat de bestuurder een jaarlijkse huurvergoeding betaalt voor het privégebruik (85%), volstaat niet om te besluiten dat zonder meer alle kosten en investeringen m.b.t. de woning aftrekbaar zijn cf. artikel 49 WIB92.
  • Een recent aanvaarde piste in de rechtspraak, nl. die van de meerwaardecreatie die een vennootschap op termijn kan boeken bij de toekomstige verkoop van het onroerend goed, wordt eveneens door het Hof geweigerd, aangezien die meerwaarde louter hypothetisch is.
  • Daarnaast beoordeelde het Hof de verschillende soorten kosten die de vennootschap had gemaakt, als volgt:
  • Investeringen die uitsluitend de persoonlijke belangen van de bestuurder ten goede komen (vb. afdekking zwembad, renovatie badkamers en fitnessruimte), komen niet voor aftrekbare afschrijving in aanmerking.
  • Voor werken die ook het privé-gedeelte ten goede kwamen zonder dat die werken invloed hebben op de omvang van de huurvergoeding (vb. aanpassing alarmsysteem, plaatsen van buitenverlichting, cameranetwerk, en videofoonsysteem), worden de kosten aanvaard ten belope van het beroepsgedeelte (aldus 15%).
  • Voor werken die structureel van aard zijn (vb. funderings- en dakwerken), worden de kosten ook maar aanvaard ten belope van het beroepsgedeelte (15%).

Bovenstaande rechtspraak toont aan belastingplichtige steeds dient na te gaan bij het uitvoeren van bepaalde (investerings)werken m.b.t. een woning in een vennootschap of deze kosten aanvaardbaar zijn als aftrekbare beroepskosten in de zin van artikel 49 WIB92 (in de ruimere zin: of de BTW op deze kosten/investeringen in aanmerking komen voor BTW-aftrek). Volgens het Hof is het niet omdat de fiscale administratie in het verleden bepaalde kosten heeft aanvaard (volgens een bepaald %) dat dit een vrijgeleide is voor de latere kosten die nog zullen worden gemaakt – zij het minstens een vertrouwen zou moeten wekken ten aanzien van de administratie als het gaat om gelijkaardige kosten/investeringen.

Bijzonder is wel dat deze kosten niet worden aanvaard, hoewel de vennootschap toch een omvangrijke jaarlijkse huurvergoeding van 70.000 EUR ontvangt voor het privégebruik van de woning (85%), oftewel bijna 5.850 EUR per maand – hetgeen toch een belastbaar inkomen is voor de vennootschap zoals vereist door artikel 49 WIB92 (ongeacht of deze vergoeding de gedane kosten/investeringen nu dekt of niet – enige opportuniteitsbeoordeling bij de toepassing van artikel 49 WIB92 is nochtans verboden)… .

Ellen Vandingenen – Senior Associate (ellen.vandingenen@tiberghien.com)

Stevo Gatsos – Associate (stevo.gatsos@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News

Loulou Geboers met een uitgebreide case study voor Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 598

Gepubliceerd in Publications

Kan de fiscus een kopiename van vertrouwelijke briefwisseling en/of privégegevens op elektronische dragers verantwoorden in het kader van haar visitatierecht? Het is en blijft een vraag waarop geen eenduidig antwoord kan worden gegeven – zoals blijkt uit recente rechtspraak.

Gepubliceerd in News

“The United States does not believe 2020 is a suitable time to be conducting such negotiations. (...) The United States is unable to agree, even on an interim basis, on the changes to fundamental rules to tax more heavily only a limited group of predominately U.S.-based companies. (...) The United States remains opposed to digital services taxes and similar unilateral measures.” Met deze woorden kelderde de Amerikaanse Secretary of State, Steven T. Mnuchin, in een brief van 12 juni 2020 aan de Franse, Spaanse, Italiaanse en Britse ministers van Financiën, de hoop dat in 2020 een akkoord zou kunnen worden bereikt over de ambitieuze Pillar One en Two plannen van de OESO om de internationale fiscaliteit te hertekenen.

In de rubriek "Vrij gesteld" geeft Koen Morbée commentaar bij een fiscaal item dat hem is opgevallen. Dit artikel verscheen in Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 596.

Gepubliceerd in Publications

Entiteiten kwalificeren niet als juridische constructies ‘van type 2’ (vennootschappen enz.) voor de kaaimantaks als ze in hun thuisland een belasting van minstens 15 % ondergaan. Voor trusts (en andere constructies ‘van type 1’) geldt die uitzondering niet. Het Grondwettelijk Hof vindt dat discriminerend. Maar de vernietigde bepaling betreft alleen de uitkeringen van de constructie, niet de doorkijkbelasting. Bovendien is het helemaal niet duidelijk hoe we de 15 %-drempel zouden moeten toepassen bij trusts.

Lees hier het volledige artikel over de complexiteit van de kaaimantaks. Een artikel door Gerd. D. Goyvaerts dat verscheen in Fiscale Actualiteit, 2021-6.

Gepubliceerd in Publications

In deze bijdrage wordt de werking en de flexibiliteit van het MLI geduid. In deze bijdrage wordt vooral ingegaan op de complexiteit en techniciteit waarmee die flexibiliteit gepaard gaat. Het MLI wijzigt immers de tekst van het dubbelbelastingverdrag niet, maar voegt er een bijkomende dimensie aan toe. Het MLI en het betreffende “gedekte verdrag” moeten immers samen worden gelezen. Enkele bijzondere aandachts-en knelpunten worden geïdentificeerd en toegelicht. Zoals onder meer het interpretatievraagstuk, de wisselwerking met gedekte verdragen, specifieke verenigbaarheidsclausules, alsook de reikwijdte van de instemming met het MLI door de Belgische wetgever en de juridische waarde van gepubliceerde syntheseteksten. De betrachting van deze bijdrage bestaat erin de rechtspracticus een overzicht te geven van hoe hij met deze fiscaal-juridische spitstechnologie dient om te gaan.

U kan de volledige bijdrage van Rik Smet hier lezen, een artikel dat verscheen in Tijdschrift voor Fiscaal Recht, nr. 593

Gepubliceerd in Publications

Tiberghien is verheugd u een nieuwe ontwikkeling binnen het WTS Global netwerk te kunnen aankondigen: vanaf januari 2021 maakt het toonaangevende Franse advocatenkantoor FIDAL deel uit van WTS Global. (lees hier het persbericht)

Via deze nieuwe samenwerking kan ook Tiberghien cliënten met belangen in Frankrijk nog beter bijstaan.

FIDAL werd bijna 100 jaar geleden opgericht als een fiscaal adviesbureau en is vandaag het grootste Franse advocatenkantoor. Met meer dan 1.400 advocaten en consultants, én vertegenwoordiging in meer dan 90 steden over het hele land, wordt FIDAL algemeen erkend als ‘trusted advisor’ voor Franse bedrijven, KMO’s en multinationals binnen een brede waaier aan sectoren.

Bernard Peeters, Partner bij Tiberghien en lid van de WTS Global Board: "Wij zijn overtuigd dat een dynamisch en performant netwerk essentieel is om fiscaal advies op topniveau te kunnen aanbieden aan internationaal actieve bedrijven en hun stakeholders. Onze nieuwe FIDAL-collega’s zullen het WTS Global netwerk versterken met hun expertise en bijna een eeuw aan ervaring. Op die manier kunnen wij cliënten nog beter bijstaan in het ontwikkelen van hun internationale activiteiten”.   

Wij kijken uit naar een vruchtbare samenwerking!

Gepubliceerd in News

Het hof van beroep van Brussel heeft op 15 mei 2019 een interessant arrest geveld inzake de toepassing van artikel 15 van het Belgisch-Duits dubbelbelastingverdrag. Het arrest is op een aantal vlakken merkwaardig en interessant voor de praktijk.

Lees hier uitgebreid over dit onderwerp, in een publicatie die verscheen in Tijdschrift voor Fiscaal Recht, nr. 590

Gepubliceerd in Publications

Zoals reeds in een vorige Nieuwsbrief Successierechten uitgebreid werd aangehaald, nam de Raad Richtlijn 2017/1852/EU betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie aan in het kader van het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-Actiepunt 14. Hieruit bleek eveneens dat Wallonië nog de laatste afwezige was wat de omzetting van deze richtlijn in nationaal recht betreft. Ongeveer een jaar na datum waarop de richtlijn omgezet had moeten zijn in nationaal recht (30 juni 2019), voorziet Wallonië nu ook in een decreet.

 Lees hier de publicatie van Louise De Pauw die verscheen in Nieuwsbrief Successierechten, nr.8/2020

 

 

Gepubliceerd in Publications
Pagina 5 van 27
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com