Entiteiten kwalificeren niet als juridische constructies ‘van type 2’ (vennootschappen enz.) voor de kaaimantaks als ze in hun thuisland een belasting van minstens 15 % ondergaan. Voor trusts (en andere constructies ‘van type 1’) geldt die uitzondering niet. Het Grondwettelijk Hof vindt dat discriminerend. Maar de vernietigde bepaling betreft alleen de uitkeringen van de constructie, niet de doorkijkbelasting. Bovendien is het helemaal niet duidelijk hoe we de 15 %-drempel zouden moeten toepassen bij trusts.
Lees hier het volledige artikel over de complexiteit van de kaaimantaks. Een artikel door Gerd. D. Goyvaerts dat verscheen in Fiscale Actualiteit, 2021-6.