Toon items op tag: Voluntary Disclosure
Artikel in Netto: Kunt u nog open kaart spelen na fiscale regularisatie?
Op 9 januari verscheen er in Nettto/De Tijd een artikel over het einde van de vierde ronde van de fiscale regularisatie met daarin een bijdrage van Gerd D. Goyvaerts.
De fiscale meldingsplicht voor advocaten bij grensoverschrijdende fiscale planningsstructuren - DAC6 en de onvermijdelijke clash met het beroepsgeheim
Door het Grondwettelijk Hof werd anno 2021 de prejudiciële vraag gesteld aan het Europees Hof van Justitie ter zake de onverenigbaarheid van de rapporteringsverplichtingen onder DAC6 met het beroepsgeheim van de advocaat en de mogelijke schending van het Unierecht in dat verband, dit in een procedure ingesteld door OVB, OBFG en BATL. Volgens de advocaat-generaal in zijn conclusies gepubliceerd op 5 april 2022, zou algemeen gesteld de meldingsverplichting die onder DAC6 op intermediairs-advocaten rust, géén schending uitmaken van artikel 7 en 47 van het Handvest, noch van artikel 6 en 8 van het EVRM, dit evenwel op voorwaarde dat de identiteit van de advocaat niet aan de belastingautoriteiten dient te worden meegedeeld.
Lees hier de volledige publicatie, die verscheen in "Tijdschrift Estate Planning" 2022/2.
Het nieuwe Frans-Belgisch verdrag geeft de Kaaimantaks vrij spel
De toepassing van de Kaaimantaks in een Frans-Belgische context heeft reeds het voorwerp uitgemaakt van verschillende bijdragen, met name aangaande de translucide SCI en de zogenaamde sociétés civiles portefeuilles (“SCP”).
Wie zonder zonde is, betale 40 procent heffing
Wie spaarcenten in het buitenland heeft en die wil repatriëren, riskeert via gedwongen regularisatie toch een heffing van 40 procent te moeten betalen. Dat komt door de strenge toepassing van de omgekeerde bewijslast, waarschuwen fiscaal advocaten.
Het volledige artikel dat verscheen in De Tijd kan u hier verder lezen.
Klik hier voor een artikel omtrent de verstrengde bewijslast dat eerder op onze website verscheen.
Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen: het effect van de verstrengde bewijslast onder EBA-Quater
De constante in de wet van 21 juli 2016 is de omkering van de bewijslast cf. artikel 11 van die wet. De bewijslast m.b.t. de bedragen die “moeten” worden aangegeven, wordt volledig verschoven naar de aangever ingeval er wordt geopteerd voor een procedure van fiscale regularisatie. Aan die bewijslast voldoen lijkt in de praktijk zeer moeilijk tot quasi onmogelijk te zijn.
Newsflash: Arrest Hof van Cassatie 13 oktober 2020 keert bewijslast NIET om
Vandaag, maandag 12 april 2021, verscheen in De Standaard het nieuwsartikel “Hof van Cassatie werpt fiscale bom naar zondaars”. Dit artikel opent met de bespreking van de strengere aanpak van belastingfraude (door middel van internationale gegevensuitwisseling, het UBO-register, het stopzetten van de mogelijkheden tot fiscale regularisatie…). In dit kader verwijst het artikel ook naar het arrest van het Hof van Cassatie van 13 oktober 2020.
Het UBO-register – welke (nieuwe) informatie te registreren?
De deadline voor bestaande Belgische vennootschappen, private stichtingen en vzw’s om de informatie van hun UBO’s voor de eerste keer te registreren was 30 september 2019. Voor nieuwe entiteiten dient registratie te gebeuren binnen een termijn van één maand sinds de oprichting. Daarmee is de kous echter niet af. Naast het feit dat elke wijziging van deze informatie binnen een termijn van één maand na de wijziging moet worden gemeld, dient ook jaarlijks te worden bevestigd of de informatie opgenomen in het UBO-register nog accuraat, actueel en toereikend is. Daar komt nog bij dat vanaf 11 oktober 2020 alle informatieplichtige entiteiten verplicht worden om elk document bij te voegen dat aantoont dat de geregistreerde informatie nog adequaat, nauwkeurig en actueel is.
Grondwettelijk Hof stelt de toepassing van de kaaimantaks t.a.v. trusts op scherp
Eerder had de rechtbank van eerste aanleg van Brussel in zijn vonnis van 11 maart 2020 (A.R.. nr. 2018/4033/A onuitgegeven)1 een akkoord goedgekeurd tussen de oprichter van een Canadese trust en de Belgische fiscus, waarin wordt erkend dat een taxatie van inkomsten van die structuur in hoofde van de in België woonachtige oprichter ingevolge het doorkijkprincipe van de Belgische kaaimantaks, in strijd is met het dubbelbelastingverdrag ("DBV") tussen België en Canada, dit terwijl de inkomsten van de trust in Canada aan een belasting van 53,31 % worden onderworpen.
Congres Forum For the Future: Fiscale actualiteit onder de loep genomen
Het congres Forum for the Future is het jaarlijkse evenement van de economische beroepen : erkende boekhouders, erkende boekhouders – fiscalisten, belastingconsulenten, bedrijfsrevisoren en financiële directeurs.
Gerd D. Goyvaerts is een van de sprekers tijdens dit digitale congres en zal het hebben over de fiscale regularisatie anno 2020 en of deze ook tegoeden op Belgische rekeningen viseert.
Meer infomartie over het congres vindt u hier.
Kaaimantaks – impact van en strijdigheid met dubbelbelastingverdragen
De rechtbank van eerste aanleg van Brussel heeft in zijn vonnis van 11 maart 2020 (A.R.. nr. 2018/4033/A onuitgegeven)1 een akkoord goedgekeurd tussen de oprichter van een Canadese trust en de Belgische fiscus, waarin wordt erkend dat een taxatie van inkomsten van die structuur in hoofde van de in België woonachtige oprichter ingevolge het doorkijkprincipe van de Belgische kaaimantaks, in strijd is met het dubbelbelastingverdrag ("DBV") tussen België en Canada.