Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>Tiberghien - Family (Patrimonial) Law

Toon items op tag: Family (Patrimonial) Law

Een decreet van 21 december 2018, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2018, wijzigt een heel aantal bepalingen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit.

Gepubliceerd in Publications

De wet van 15 juni 2018 tot wijziging van artikel 375bis van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1253ter/1, 1253ter/3 en 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek (verschenen in het Belgisch Staatsblad op 2 juli 2018) bevestigt het principieel omgangsrecht van grootouders met hun kleinkinderen, en verduidelijkt dat de omgang enkel kan worden ontzegd indien de uitoefening van het recht ingaat tegen het belang van het kind.

Het nieuwe artikel luidt als volgt (wijziging onderlijnd):

“De grootouders hebben het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden. Datzelfde recht kan aan ieder ander persoon worden toegekend, indien hij aantoont dat hij met het kind een bijzondere affectieve band heeft.

 Bij gebreke van een overeenkomst tussen de partijen, wordt over de uitoefening van dat recht in het belang van het kind op verzoek van de partijen of van de procureur des Konings beslist door de familierechtbank. De familierechtbank weigert de uitoefening van het recht op persoonlijk contact enkel als de uitoefening van het recht ingaat tegen het belang van het kind.”

De wetgever achtte het nodig een wetswijziging door te voeren omwille van volgende overwegingen:

  • Grootouders en kleinkinderen hebben een bloed- én genegenheidsband, die op een positieve manier bijdraagt tot de vorming van de persoonlijkheid van het kleinkind;
  • In een crisissituatie, zoals wanneer ouders uit elkaar gaan, is het contact met de grootouders een stabiele factor en kunnen de grootouders een waardevolle hulp bieden bij het verwerken van de moeilijkheden die kinderen ondervinden bij de scheiding van hun ouders;
  • In de praktijk stelt men vast dat het omgangsrecht met de grootouders vaak niet wordt gerespecteerd, voornamelijk in tijden van familiale crisis;
  • Wanneer grootouders dan uiteindelijk de stap zetten om een verzoek tot omgang in te dienen bij de rechtbank, bleek in de praktijk dat er geen rechtszekerheid was dat hun verzoek zou worden toegekend. De uitspraken tussen rechters van verschillende arrondissementen bleek sterk te verschillen.

De huidige wetswijziging kan dus worden toegejuicht aangezien zij de bewijslast omkeert in die zin dat het nu toekomt aan de persoon die zich verzet tegen het omgangsrecht van de grootouders met het kleinkind om te bewijzen dat de uitoefening van dit recht strijdig is met het belang van het kind, bijvoorbeeld omdat bij de grootouder een alcoholproblematiek werd vastgesteld of omdat de vijandigheid tussen de grootouder en één van de ouders leidt tot een loyaliteitsconflict in hoofde van het kind die een negatieve impact heeft op de psychische ontwikkeling van het kind.

Het recht van de grootouders wordt dus versterkt en het belang van hun rol binnen het gezin wordt bevestigd.

De nieuwe artikels zijn inwerking getreden op 12 juli 2018.

Voor de volledigheid moet nog worden opgemerkt dat niet alleen de grootouders, maar ook andere personen hun recht op persoonlijk contact met een minderjarig kind kunnen doen gelden, op voorwaarde dat (1) zij een "speciale band van genegenheid" met het kind kunnen bewijzen en (2) de uitoefening van dit recht niet strijdig is met de belangen van het kind. Er kan hier onder andere worden gedacht aan de voormalige partner van één van de ouders met wie het kind alternerend heeft geleefd sinds zijn kindertijd, aan (half)broers en (half)zussen die meerderjarig geworden zijn en aan de meter en peter van het kind.

De modaliteiten van de uitoefening van het recht op persoonlijk contact variëren afhankelijk van het belang van het kind. Er wordt rekening gehouden met de concrete situatie waarin het kind zich bevindt. Er kan bijvoorbeeld een beperkt verblijf worden toegestaan, ofwel wordt bevolen dat het kind bepaalde activiteiten met de verzoeker mag ondernemen, ofwel kan er een geregeld telefonisch worden opgelegd.

Larissa De Wulf - Counsel (larissa.dewulf@tiberghien.com)

Carolyn Vanthienen - Associate (carolyn.vanthienen@tiberghien.com)

Gepubliceerd in News

Op fiscaal vlak kende het aanwasbeding in 2018 een absoluut hoogtepunt, met de publicatie van een standpunt over het aanwasbeding door de Vlaamse Belastingdienst en met maar liefst zestien goedgekeurde voorafgaande beslissingen. Deze bijdrage zal zich focussen op de voorafgaande beslissingen en zal trachten daar enkele aandachtspunten voor de praktijk uit te destilleren. Onvermijdelijk wordt eerst kort stilgestaan bij het standpunt nr. 17044 d.d. 19 september 2018 van de Vlaamse Belastingdienst.

 

Lees hier de volledige publicatie geschreven door Evelien D'Hauwe dat gepubliceerd werd in Nieuwsbrief Successierechten 2019/2.

Gepubliceerd in Publications
dinsdag, 19 maart 2019 10:47

Nieuwe episode in de Maatschap-saga

Zoals u reeds in onze voorgaande nieuwsbrieven heeft kunnen lezen, werden recent diverse verplichtingen ingevoerd voor de maatschap (16 mei 2018, 25 september 2018, 3 januari 2019, 13 februari 2019). Opnieuw kan er een episode toegevoegd worden aan de Maatschap-saga.

Gepubliceerd in News

Ons Civiele procedure en geschillenbeslechting- team brengt u graag op de hoogte van enkele nieuwigheden binnen het familierecht, meer bepaald op het vlak van de onderhoudsbijdrage voor minderjarige en studerende meerderjarige kinderen (art. 203bis Burgerlijk Wetboek en art. 1321 Gerechtelijk Wetboek).

Gepubliceerd in News

De wetgever heeft de bedoeling om het 'oude' Wetboek Vennootschappen (WVenn.) te vervangen door een nieuw en moderner Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WW). Het nieuwe vennootschapsrecht zal een aantal grondige vernieuwingen invoeren. Zo wordt het aantal vennootschappen herleid naar een viertal fundamentele vennootschapsvormen: de personenvennootschappen (maatschap, vof en Comm.V), de besloten vennootschap (bv), de coöperatieve vennootschap (cv) en de naamloze vennootschap (nv).

Gepubliceerd in Publications

Deze bijdrage onderzoekt de impact van de wet van 22 juli 2018 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wat het huwelijksvermogensrecht betreft en tot wijziging van de wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake (hierna ook wel 'de Wet huwelijksvermogensrecht' genoemd) op het huwelijksvermogensstelsel van de echtgeno(o)t(e)-zelfstandige. Is het nog mogelijk om te huwen onder een stelsel van zuivere scheiding van goederen of zijn correcties voortaan de regel? Wat met de echtgenoten-zelfstandigen, gehuwd zonder huwelijkscontract of onder een conventionele gemeenschap van goederen? Verandert er iets aan het statuut van hun aandelen, beroepsgoederen en hun cliënteel? Waar liggen de aandachtspunten voor de praktijk?

Gepubliceerd in Publications

Door de wet van 31 juli 201, zoals gewijzigd door de wet van 22 juli 2018 (hierna: Erfwet), wordt de reeds lang beoogde hervorming van het erfrecht eindelijk gerealiseerd. Door de wijziging van de regels met betrekking tot de erfrechtelijke reserve en met betrekking tot de inbreng van giften en schulden, de versoepeling van het verbod op erfovereenkomsten en de herformulering van het evenwicht tussen de langstlevende echtgenoot, de kinderen en andere bloedverwanten van de erflater brengt de wetgever het erfrecht bij de tijd en wordt een antwoord geboden op de toenemende diversiteit in samenlevingsvormen (in het bijzonder de toename van nieuw samengestelde gezinnen) en de wens van de burger tot grotere autonomie en keuzevrijheid.

In wat hierna volgt, stippen wij uitsluitend de belangrijkste familierechtelijke aspecten van het hervormde erfrecht aan. Hierbij komen aan bod de onderhoudsvordering van de ascendenten tegen de nalatenschap van de kinderloze erflater (II), de bekwaamheid om een erfovereenkomst te sluiten (III), het begrip 'stiefkinderen' in de globale erfovereenkomst (IV), de onterving van de langstlevende echtgenoot bij feitelijke scheiding en in het raam van een echtscheiding door onderlinge toestemming (V en VI) en ten slotte de vordering tot aanvulling van de verdeling ter vervanging van de vordering tot vernietiging op grond van benadeling van meer dan een vierde (VII). 

 

 

Gepubliceerd in Publications

Standpunt Vlabel nr. 18019, 19 maart 2018

In zijn standpunt nummer 18019 aanvaardt de Vlaamse Belastingdienst dat passiva, die in de aangifte niet opgenomen zijn, onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar zijn.

Gepubliceerd in Publications

Inleiding

1. Het huwelijksvermogensrecht, waarvan de laatste grote hervorming gebeurde door de wet van 14 juli 1976, bevatte verouderde en onvolkomen regelgeving. Zo was het statuut van verschillende goederen en rechten in het wettelijk stelsel onduidelijk, onvolledig of omstreden. Verder bood het wettelijk kader van het stelsel van scheiding van goederen geen aanknopingspunten voor echtgenoten die een zuivere scheiding van goederen wilden milderen, met alle problemen van dien. Ten slotte bracht ook de recente hervorming van het erfrecht door de wet van 31 juli 2017 met zich mee dat verder diende te worden gezocht naar nieuwe evenwichten tussen de langstlevende echtgenoot, de kinderen en de andere familieleden.

Vanuit deze vaststellingen werd de hervorming van het huwelijksvermogensrecht rond drie hoofddoelstellingen opgebouwd, met name (1) een verfijning van de regels van het wettelijk stelsel, (2) een betere wettelijke omkadering van het stelsel van scheiding van goederen en van de bedingen die de echtgenoten daaraan kunnen toevoegen en, (3) in het verlengde van het nieuwe erfrecht, een verderzetting van de zoektocht naar nieuwe evenwichten inzake de positie van de langstlevende echtgenoot in het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht.

De wet van 22 juli 2018 “tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wat het huwelijksvermogensrecht betreft en tot wijziging van de wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake” werd op 27 juli 2018 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en trad op 1 september 2018 in werking.

2. In deze bijdrage wordt uitsluitend het nieuwe huwelijksvermogensrecht geanalyseerd en wordt geen aandacht besteed aan de wijzigingen die middels deze wet aan het nieuwe erfrecht worden aangebracht. Hierbij zal de systematiek van boek III titel V Huwelijksvermogensstelsels uit het Burgerlijk Wetboek worden gevolgd zodat achtereenvolgens aan bod komen (II) de nieuwe algemene bepalingen, (III) de gewijzigde regels inzake het wettelijk stelsel en inzake de conventionele gemeenschaps- (IV) en scheidingsstelsels (V). Ten slotte zal het overgangsrecht (VI) worden belicht.

Lees hier het volledige artikel dat verscheen in het Tijdschrift voor Familierecht, 2018/9

Gepubliceerd in Publications
Pagina 6 van 12
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com