Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>Tiberghien - R&D, Innovation

Toon items op tag: R&D, Innovation

Middels de recente publicatie van de wet van 12 mei 2024 (B.S. 29 mei 2024) wordt de bestaande regeling met betrekking tot de investeringsaftrek, belastingkrediet voor O&O, alsook de innovatieaftrek gewijzigd. Volgend op de eerdere bijdrage inzake de wijziging aan de investeringsaftrek, wordt hierna dieper ingegaan op de aanpassingen aan het belastingkrediet voor O&O en de innovatieaftrek.

Gepubliceerd in News
Getagged onder

Middels de recente goedkeuring van het wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen wordt de bestaande regeling met betrekking tot de investeringsaftrek, belastingkrediet voor O&O, alsook de innovatieaftrek gewijzigd. In de huidige bijdrage wordt dieper ingegaan op de aanpassingen aan de investeringsaftrek.

Samengevat

De belangrijkste takeaways zijn de volgende:

  • Het percentage van de basisaftrek gaat slechts beperkt omhoog (van 8% naar 10%), hetgeen het uitstellen van een investering louter om fiscale redenen, mogelijks niet zinvol maakt. Dit dient uiteraard case by case beoordeeld te worden.
  • Daarnaast wordt een “thematisch spoor” ingevoegd, hetgeen vennootschappen voor specifieke – nog te bepalen – investeringen de mogelijkheid biedt een investeringsaftrek toe te passen van 30% of 40% (afhankelijk of de vennootschap als “groot”, respectievelijk als “klein” gekwalificeerd wordt).
    De in aanmerking komende activa zullen worden opgelijst, maar zouden in essentie betrekking hebben op investeringen in i) efficiënt energieverbruik en hernieuwbare energie ii) koolstofemissievrij vervoer iii) milieuvriendelijke activa en iv) ondersteunende digitale activa. Deze lijsten zijn op heden nog niet beschikbaar waardoor het nog niet duidelijk is welke activa effectief in aanmerking zullen komen.
  • Afhankelijk van het type investeringen die de vennootschap wenst te verrichten, kan het zinvol/noodzakelijk zijn de investeringen te verrichten vóór 1 januari 2025. Dit is met name het geval indien er geïnvesteerd zou worden in activa waarvoor op vandaag milieuvriendelijke alternatieven bestaan.
  • Een overgangsregeling werd aangenomen zodat vennootschappen die geopteerd hebben voor de gespreide investeringsaftrek op activa die nog worden afgeschreven, de (bijna historische) gespreide aftrekregeling voor voormelde activa kunnen blijven toepassen.

Over de investeringsaftrek

Reeds meerdere decennia worden vennootschappen fiscaal gestimuleerd om te investeren in de verdere uitbouw van hun bedrijf via de regeling van de “investeringsaftrek”.

In wat volgt brengen we op algemene wijze de werking van de investeringsaftrek in herinnering en gaan we in op meest opmerkelijke aanpassingen[1].

Werking investeringsaftrek

De investeringsaftrek laat algemeen gesproken toe dat vennootschappen die investeren in nieuwe materiële of immateriële vaste activa, voor het jaar van de investering (of voor bepaalde investeringen gespreid over de afschrijvingsduur van het actiefbestanddeel) een “fictieve” kost in aftrek kunnen brengen.

De grootte van deze “fictieve” kost wordt berekend door de aanschaffingswaarde of beleggingswaarde van het actiefbestanddeel te vermenigvuldigen met bepaalde in de wet opgenomen percentages die enerzijds afhankelijk kunnen zijn van de grootte van de vennootschap, maar anderzijds ook van de beoogde investering.

Op vandaag bestaan er twee “types” investeringsaftrek, te weten een “gewone” investeringsaftrek die enkel openstaat voor “kleine vennootschappen[2]”, en een  “verhoogde investeringsaftrek” die zowel voor kleine als grote vennootschappen openstaat.


"Gewone" investeringsaftrek (voorafgaand aan 1 januari 2025)

Voor wat de “gewone” investeringsaftrek betreft, is het zo dat er – behoudens de in de wet opgenomen algemene voorwaarden en uitsluitingen - geen voorwaarden worden gesteld wat het type investeringen betreft. Op die manier kan een vennootschap die een fabriekshal bouwt om de productiecapaciteit uit te breiden - mits naleving van enkele beperkte formaliteiten - genieten van een investeringsaftrek die 8% bedraagt.

Gesteld dat de bouw van de fabriekshal bv. 1,5 miljoen EUR kost, leidt dit tot een fiscale aftrek in hoofde van de vennootschap van 8% x 1,5 miljoen EUR, ofte 120.000 EUR. Dit resulteert vervolgens in een belastingbesparing van 30.000 EUR (120.000 EUR x 25%).

Opdat deze aftrek kan worden genoten, is het in eerste instantie vereist dat de vennootschap kwalificeert als “kleine vennootschap”. Of de vennootschap als dusdanig kwalificeert hangt onder andere af van het (geconsolideerde) balanstotaal/omzet/aantal personeelsleden.

Verhoogde investeringsaftrek

Naast de gewone investeringsaftrek, bestaat er zoals vermeld tevens een “verhoogde” investeringsaftrek. Dit “type” investeringsaftrek laat, enkele uitzonderingen niet te na gesproken, kleine en grote vennootschappen toe een verhoogde investeringsaftrek te genieten wanneer zij een bepaald type investeringen verrichten. Te denken valt aan de aanschaf van octrooien, (specifieke) energiebesparende investeringen, maar ook activa gebruikt in het kader van onderzoek en ontwikkeling (O&O).

Opdat de aftrek voor dit type investeringen de investeringsaftrek kan worden toegepast, is het noodzakelijk dat (een soms aanzienlijk aantal) formaliteiten tijdig worden nageleefd.

Specifiek voor wat investeringen betreft die werden verricht in het belastbaar tijdperk verbonden aan aanslagjaar 2024 (voor vennootschappen die boekhouden per kalenderjaar is dit boekjaar 2023) wordt een investeringsaftrek toegekend van 20,5% op de in deze paragraaf vermelde investeringen[3]. Voor investeringen die worden verricht in het belastbaar tijdperk dat verbonden is aan aanslagjaar 2025 (doch slechts voor investeringen verricht vóór 1 januari 2025) wordt een aftrek toegekend van 15,5% voor de voorheen vermelde investeringen.

Wijzigingen aan de investeringsaftrek

Het wetsontwerp dat werd goedgekeurd voorziet drie wezenlijke aanpassingen aan het stelsel van de investeringsaftrek, zijnde het type investeringen dat in aanmerking komt, de relevante percentages, alsook een wezenlijke aanpassingen aan de uitgesloten activa.

Type investeringen

Volgens de wetgever hebben de verschillende wijzigingen aan de investeringsaftrek gedurende de afgelopen jaren voor een onsamenhangend geheel aan maatregelen gezorgd, hetgeen ertoe leidt dat de beleidsdoelstellingen vaak niet gehaald worden. In dat licht achtte de wetgever het zinvol om de regeling te moderniseren en het type investeringen dat in aanmerking komt voor de investeringsaftrek te herzien.

Voor wat de gewone investeringsaftrek betreft, blijft de regeling bij het oude, met dien verstande dat het percentage van de aftrek gefixeerd wordt op 10% waar dit voorheen 8% was.

Voor wat de verhoogde investeringsaftrek betreft, is het zo dat de wetgever voorziet in twee sporen, te weten: een “thematisch” spoor en een specifiek spoor.

Inzake het “thematisch spoor” voorziet de wetgever fiscale ondersteuning voor investeringen in de volgende categorieën:

  • Efficiënt energieverbruik en hernieuwbare energie;
  • Koolstofemissievrij vervoer;
  • Milieuvriendelijke investeringen;
  • Ondersteunende digitale investeringen verwant aan de drie voorgaande types van investeringen.

Bij wijze van voorbeeld stelt de parlementaire voorbereiding dat volgende investeringen worden geviseerd: investeringen die leiden tot i) een beperkter waterverbruik, ii) minder afvalgeneratie, iii) minder uitstoot, of iv) een hogere duurzaamheid van de productiecyclus.

Er moet evenwel worden opgemerkt dat de effectief in aanmerking komende investeringen zullen worden opgenomen in lijsten die worden opgesteld door de betrokken regeringen en driejaarlijks zouden worden geactualiseerd. Slechts wanneer de belastingplichtige ook over een attest beschikt dat de investering effectief beantwoordt aan een investering opgenomen op de lijst, zal de aftrek kunnen worden toegepast. In die zin moet men aldus afwachten welke activa effectief in aanmerking komen voor de investeringsaftrek.

Het “specifiek spoor” heeft betrekking op de investering in octrooien en milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling en wordt de “technologie-aftrek” genoemd.

Vaststelling van de percentages en berekeningsbasis van de aftrek

Ook voor wat de verhoogde investeringsaftrek betreft, wordt voortaan gewerkt met “statische” percentages (daar waar in de huidige regeling de percentages worden aangepast in functie van het indexcijfer der consumptieprijzen). Als dusdanig zal de investerinsgaftrek er als volgt uitzien voor in aanmerking komende investeringen die vanaf 1 januari 2025 worden verricht:

  • Gewone aftrek: 10%: voor “kleine” vennootschappen;
  • Thematisch spoor: 30% voor “grote” vennootschappen – 40% voor “kleine” vennootschappen;
  • Technologie-aftrek: 13,5% (of 20,5% indien gespreide toepassing wordt verzocht voor de in aanmerking komende investeringen (andere dan octrooien)).

Verder wordt voorzien dat de investeringsaftrek berekend wordt op basis van de “netto-aanschaffingswaarde” van het tot stand gekomen actiefbestanddeel zo de vennootschap geniet van een vrijstelling voor doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

Voorts is het de bedoeling dat de aftrek voor het thematisch spoor beperkt wordt tot een maximumbedrag dat moet worden vastgesteld door de regering.

Uitgesloten activa

Bijkomend wordt een nieuwe uitsluiting voorzien binnen het stelsel van de investeringsaftrek. Concreet kan de gewone investeringsaftrek niet worden toegepast wanneer het gaat om investeringen in activa die een negatieve klimaat- en milieu-impact hebben waarvoor gelet op de stand van de technologie (milieuvriendelijke) alternatieven beschikbaar zijn.

Op die manier tracht de wetgever vennootschappen te ontmoedigen om te investeren in verouderde technologieën die schadelijk zijn voor het milieu. Als voorbeeld in de parlementaire voorbereiding wordt een investering in een gasketel aangehaald aangezien het vandaag mogelijk is om via elektrische verwarming of warmtepompen de ruimte te verwarmen.

De niet in aanmerking komende activa onder deze uitsluitingsrond zullen worden opgelijst.

Overgangsregeling

Tot slot voorziet de wetgever in een overgangsregeling voor investeringen die geschied(d)en vóór 1 januari 2025, maar waarvoor de afschrijvingen doorlopen na die datum. In de mate de vennootschappen geopteerd hebben voor de (bijna historische) regeling van de gespreide investeringsaftrek, wordt bevestigd dat voomelde aftrek ook van toepassing blijft op de afschrijvingen die werden aangenomen na 1 januari 2025.


In een volgende bijdrage, wordt nader ingegaan op (de opportuniteiten die) de wijzigingen aan het belastingkrediet voor O&O en de innovatieaftrek (bieden).

Aarzel niet ons te contacteren om na te gaan hoe uw vennootschap het maximale uit de huidige en toekomstige regeling inzake investeringsaftrek kan halen.

 

[1] Dit artikel ambieert niet om exhaustief de wijzigingen weer te geven en te bespreken. Als dusdanig wordt bv. niet ingegaan op de investeringsaftrek voor investeringen in bepaalde digitale activa.

[2] Alsook bepaalde natuurlijke personen. In het huidige artikel wordt enkel ingegaan op de situatie voor vennootschappen.

[3] Afhankelijk van het type investering, kan geopteerd worden om de investeringsaftrek te spreiden in functie van de afschrijvingen. In dat geval wordt een investeringsaftrek toegepast van 27,5% die berekend wordt op de afschrijving. Voor aanslagjaar 2025 (en meer specifiek voor investeringen die gedaan werden tot en met 31 december 2024) bedraagt het percentage van de gespreide investeringsaftrek 22,5%.

Gepubliceerd in News
Getagged onder

Op 6.1.2023 besliste het Hof van Cassatie dat, voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling, de aanmelding bij Belspo moet gebeuren voorafgaand aan de aanvangsdatum van het O&O-project of -programma. In een circulaire van 27.4.2023 (circ. 2023/c/49) bevestigt de fiscale administratie dat dit strenge standpunt zal worden gevolgd voor O&O-projecten en -programma’s die aanvangen vanaf 1.8.2023.

Gepubliceerd in News
Getagged onder

Het BEPS-actieplan van de OESO, dat in een streven naar transparantie onder meer de ‘patent boxes” hoog op de radar had, verplichtte vele landen hun belastingregimes voor IP inkomsten te wijzigen; ook de Belgische regering diende het oude fiscale regime voor octrooi-inkomsten grondig aan te passen. De nieuwe wetgeving op de “innovatie-aftrek”, conform de OESO richtlijnen, breidt het toepassingsgebied van de aftrek aanzienlijk uit met het oog op:

  • de versterking van de competitiviteit van onze KMO’s en:
  • het verstevigen van de Belgische positie op het vlak van innovatie.

Bij de behandeling van deze bijzonder complexe maar even interessante materie opteren de sprekers voor een dubbele insteek: Nico Demeyere (Tiberghien) belicht de fiscaal-juridische en procedurele aspecten en Andy Neuteleers (T/A economics) bekijkt de financieel-economische kant van het verhaal.

Gepubliceerd in Events
woensdag, 08 maart 2017 13:32

Aftrek innovatie-inkomsten

Op de ministerraad van 2 december 2016 bereikten de regeringspartijen een akkoord over een nieuwe aftrek voor innovatie-inkomsten. Deze is tot stand gekomen onder invloed van het BEPS-actieplan dat lidstaten verzocht om hun wetgeving in lijn te brengen met de richtlijnen van de OESO. De nieuwe wet treedt retroactief in werking vanaf 1 juli 2016.

Gepubliceerd in News
Getagged onder

Door Mr. Nico Demeyere, counsel Tiberghien

Op de ministerraad van 2 december 2016 bereikten de regeringspartijen een akkoord over een nieuwe aftrek voor innovatie-inkomsten. Deze aftrek is ook van toepassing op inkomsten uit auteursrechtelijk beschermde software. Het is niet langer vereist dat de software beschermd wordt door een octrooi. De nieuwe aftrek bedraagt tot 85% van de inkomsten uit de software. De nieuwe aftrek is van toepassing op inkomsten verworven vanaf 1 juli 2016. Hierna geven we een overzicht van de belangrijkste kenmerken op basis van de thans beschikbare teksten.

Gepubliceerd in Content
Gepubliceerd in News
woensdag, 18 mei 2016 13:49

Onderzoek & Ontwikkeling, Innovatie

 

 
Gepubliceerd in Industries
Getagged onder
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com