Toon items op tag: Estate Planning
De Vlaamse Belastingdienst over de certificering van onroerend goed – aan te raden of net niet?
De Vlaamse Belastingdienst heeft recent de gevolgen geanalyseerd van de overdracht van een Belgisch onroerend goed door een Nederlandse Stichting-Administratiekantoor (STAK) (Voorafgaande beslissing 19.057). De ruling heeft alleen betrekking op de registratiebelasting, en niet op de erfbelasting of andere fiscale bepalingen inzake inkomstenbelastingen.
Kaaimantaks – impact van en strijdigheid met dubbelbelastingverdragen
De rechtbank van eerste aanleg van Brussel heeft in zijn vonnis van 11 maart 2020 (A.R.. nr. 2018/4033/A onuitgegeven)1 een akkoord goedgekeurd tussen de oprichter van een Canadese trust en de Belgische fiscus, waarin wordt erkend dat een taxatie van inkomsten van die structuur in hoofde van de in België woonachtige oprichter ingevolge het doorkijkprincipe van de Belgische kaaimantaks, in strijd is met het dubbelbelastingverdrag ("DBV") tussen België en Canada.
Vakantie in eigen land en aankoop van een tweede verblijf aan zee: gewijzigd federaal standpunt
De aanbevolen “vakantie in eigen land” doet de vraag naar tweede verblijven aan zee spectaculair stijgen1. Bij dergelijke vastgoedaankopen komt ongetwijfeld de fiscaal gunstige techniek van de “gesplitste aankoop” ter sprake. Vaak bemind maar niet onbesproken, getuige de wijzigende visies van zowel de federale fiscale administratie als de Vlaamse belastingdienst doorheen de jaren2. Ook de tussenkomst van de Raad van State twee jaar geleden blijkt niet helemaal definitief, nu in het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest voor gesplitste aankopen vanaf 1 augustus 2020 opnieuw een (licht)3 gewijzigd standpunt geldt.
Bestaat die schuld nog wel bij het overlijden?
De last, bedongen bij een toebedeling van gemeenschap, wordt fiscaal niet meer in acht genomen sinds het decreet van 8 december 2017. Het Hof van Cassatie oordeelde op 23 januari 2020 nog over een zaak onder het oude recht, die toch nog interessant kan zijn in verband met het bewijs van schulden in het algemeen.
De volledige publicatie die verscheen in Nieuwsbrief Successierechten, 2020-5 kan u hier lezen.
COVID 19 en het familierecht. Als ik kon toveren, kwam alles voor elkaar
Soms gaat alles mis
Bij het schrijven van dit editoriaal – begin mei 2020 – leven we in bijzondere en moeilijke omstandigheden. COVID-19 plaatst tal van families, gezinnen, ouders en kinderen, onder hoogspanning. Het familierecht wordt uitgedaagd, in vraag gesteld en getoetst. Dit is niet enkel het geval in België, maar ook in tal van andere landen. Getuige hiervan zijn de verschillende bijdragen in zustertijdschriften, zoals het Nederlandse Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht en het Duitse Zeitschrift für das gesamte Familienrecht.
De volledige publicatie die verscheen in Tijdschrift voor Familierecht, 2020/6 kan u hier lezen.
Een model van lastgeving voor de buitengerechtelijke bescherming van wilsonbekwamen
De wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, die op 1 september 2014 in werking trad, heeft niet alleen het bewind gemoderniseerd, maar voerde tevens een buitengerechtelijke bescherming in (2). Reeds vóór de wet van 2013 werd de gemeenrechtelijke lastgeving hiervoor gebruikt. De buitengerechtelijke bescherming onttrekt de lastgeving ten dele aan het gemeen recht en geeft haar een nieuwe wettelijke basis. Deze specifieke lastgeving bleef echter beperkt tot het vermogen van de lastgever, al werd de gemeenrechtelijke lastgeving gebruikt om de bescherming van de persoon te regelen. De wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen betreffende justitie breidde de buitengerechtelijke bescherming uit tot daden van vertegenwoordiging met betrekking tot de persoon van de lastgever.
De volledige publicatie die verscheen in Tijdschrift voor Notarissen, 2020/5 kan u hier lezen.
VLABEL en de afstand van vruchtgebruik: een update
Ten gevolge van een overdracht, bijvoorbeeld een gesplitste aankoop, een erfenis of een schenking, kan het vruchtgebruik en de blote eigendom van een bepaald goed zich bij verschillende personen bevinden. De titularis van het vruchtgebruik kan eenzijdig afstand doen van zijn recht. Afhankelijk van de omstandigheden eigen aan de zaak, de inhoud en de bewoordingen van de akte, zal een eenzijdige afstand van vruchtgebruik in sommige gevallen een schenking uitmaken en in andere gevallen louter uitdovend zijn.
De afstand is louter uitdovend wanneer hij zuiver en eenvoudig gebeurt, dus wanneer hij geschiedt zonder begiftigingsinzicht of tegenprestatie en strekt ten voordele van al de eigenaars indien er meerdere zijn. Bij gebreke aan overdracht, is een zuivere uitdovende verzaking niet aan het evenredig registratierecht onderworpen, doch bij registratie zal slechts het algemeen vast recht van 50 EUR verschuldigd zijn.
Wanneer er een zuivere en eenvoudige afstand van vruchtgebruik ter registratie wordt aangeboden, kan de administratie proberen aan te tonen dat er in hoofde van de verzaker sprake is van een animus donandi (begiftigingsoogmerk). Bijgevolg wordt de verzaking een overdragende rechtshandeling (met name een schenking), die wél een evenredige registratiebelasting met zich meebrengt.
De volledige publicatie die verscheen in Vermogensplanning in de Praktijk, 2020/1 kan u hier lezen.
Keerpunt in de saga van de gesplitste aankoop en inschrijving. Eindelijk duidelijkheid?
De gesplitste aankoop of inschrijving kan onder andere een interessante ‘tool’ zijn om aan successieplanning te doen. Bij het overlijden van de vruchtgebruiker dooft het vruchtgebruik immers uit en wordt de blote eigenaar automatisch volle eigenaar van de goederen in kwestie, in principe zonder betaling van enige successierechten. Net om die reden heeft dit procedé echter ook een het onderwerp uitgemaakt van ontelbare juridische discussies die doorheen de jaren veel inkt hebben laten vloeien. De reden: een opeenvolging van beslissingen en standpunten, vanwege zowel de federale als de Vlaamse fiscale administratie, omtrent de interpretatie van de toepasselijke wetsbepalingen. In Vlaanderen betreft de kern van de zaak artikel 2.7.1.0.7 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (‘VCF’). In het Brussels en het Waalse Gewest is dit artikel 9 van het Wetboek van Successierechten (‘W.Succ.’). Hoewel deze standpunten in feite louter administratief van aard zijn, hebben zij toch een beduidende invloed op het gedrag van de belastingplichtigen en dus op de rechts(on)zekerheid.
Dit artikel geeft eerst en vooral een overzicht van de historiek en de inhoud van de toepasselijke bepalingen. Vervolgens worden de diverse standpunten van de federale fiscale administratie en de Vlaamse Belastingdienst (‘VLABEL’) samengevat, gevolgd door kritische bemerkingen. Ten slotte wordt het arrest dat de Raad van State op 12 juni 2018 heeft geveld omtrent de standpunten van VLABEL toegelicht, alsook de (verwachte) impact van dit arrest.
De volledige publicatie die verscheen in Vermogensplanning in de Praktijk, 2020/1 kan u hier lezen.
Enkele korte testamenten (1)
Testamenten – en akten in het algemeen – hebben de neiging om langer en langer te worden: men voegt er allerlei clausules in die wellicht hun nut hebben in bepaalde omstandigheden. Maar dat kan tot gevolg hebben dat men het opmaken van een testament uitstelt, en zelfs dat de kandidaat-erflater de essentie ervan niet goed meer begrijpt. Ook een kort testament is geldig, als het met de hand geschreven is, ondertekend en gedateerd. Men mag zijn testament ook zo dikwijls wijzigen als men maar wil.
Een paar voorbeelden dus, vooreerst in de zijlijn. We nemen aan dat er geen verdere bijzondere tarieven of verminderingen zijn (familiale onderneming, bossen, gehandicapten, enz.). We veronderstellen ook dat er geen passief is, ook geen forfaitair passief (art. 2.7.3.4.2 VCF).
Verplichte registratie in België van buitenlandse notariële schenkingsakten: voorzien vanaf 1 december 2020
Het intussen veelbesproken wetsvoorstel nr. 55/1357 van 17 juni 2020 werd gisteren goedgekeurd in de Kamercommissie Financiën in tweede lezing. Dit betekent dat de verplichte registratie van buitenlandse notariële schenkingsakte dichterbij komt.