Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>Tiberghien - Family mediation and litigation

Toon items op tag: Family mediation and litigation

Deze bijdrage onderzoekt de impact van de wet van 22 juli 2018 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wat het huwelijksvermogensrecht betreft en tot wijziging van de wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake (hierna ook wel 'de Wet huwelijksvermogensrecht' genoemd) op het huwelijksvermogensstelsel van de echtgeno(o)t(e)-zelfstandige. Is het nog mogelijk om te huwen onder een stelsel van zuivere scheiding van goederen of zijn correcties voortaan de regel? Wat met de echtgenoten-zelfstandigen, gehuwd zonder huwelijkscontract of onder een conventionele gemeenschap van goederen? Verandert er iets aan het statuut van hun aandelen, beroepsgoederen en hun cliënteel? Waar liggen de aandachtspunten voor de praktijk?

Gepubliceerd in Publications

Door de wet van 31 juli 201, zoals gewijzigd door de wet van 22 juli 2018 (hierna: Erfwet), wordt de reeds lang beoogde hervorming van het erfrecht eindelijk gerealiseerd. Door de wijziging van de regels met betrekking tot de erfrechtelijke reserve en met betrekking tot de inbreng van giften en schulden, de versoepeling van het verbod op erfovereenkomsten en de herformulering van het evenwicht tussen de langstlevende echtgenoot, de kinderen en andere bloedverwanten van de erflater brengt de wetgever het erfrecht bij de tijd en wordt een antwoord geboden op de toenemende diversiteit in samenlevingsvormen (in het bijzonder de toename van nieuw samengestelde gezinnen) en de wens van de burger tot grotere autonomie en keuzevrijheid.

In wat hierna volgt, stippen wij uitsluitend de belangrijkste familierechtelijke aspecten van het hervormde erfrecht aan. Hierbij komen aan bod de onderhoudsvordering van de ascendenten tegen de nalatenschap van de kinderloze erflater (II), de bekwaamheid om een erfovereenkomst te sluiten (III), het begrip 'stiefkinderen' in de globale erfovereenkomst (IV), de onterving van de langstlevende echtgenoot bij feitelijke scheiding en in het raam van een echtscheiding door onderlinge toestemming (V en VI) en ten slotte de vordering tot aanvulling van de verdeling ter vervanging van de vordering tot vernietiging op grond van benadeling van meer dan een vierde (VII). 

 

 

Gepubliceerd in Publications

Inleiding

1. Het huwelijksvermogensrecht, waarvan de laatste grote hervorming gebeurde door de wet van 14 juli 1976, bevatte verouderde en onvolkomen regelgeving. Zo was het statuut van verschillende goederen en rechten in het wettelijk stelsel onduidelijk, onvolledig of omstreden. Verder bood het wettelijk kader van het stelsel van scheiding van goederen geen aanknopingspunten voor echtgenoten die een zuivere scheiding van goederen wilden milderen, met alle problemen van dien. Ten slotte bracht ook de recente hervorming van het erfrecht door de wet van 31 juli 2017 met zich mee dat verder diende te worden gezocht naar nieuwe evenwichten tussen de langstlevende echtgenoot, de kinderen en de andere familieleden.

Vanuit deze vaststellingen werd de hervorming van het huwelijksvermogensrecht rond drie hoofddoelstellingen opgebouwd, met name (1) een verfijning van de regels van het wettelijk stelsel, (2) een betere wettelijke omkadering van het stelsel van scheiding van goederen en van de bedingen die de echtgenoten daaraan kunnen toevoegen en, (3) in het verlengde van het nieuwe erfrecht, een verderzetting van de zoektocht naar nieuwe evenwichten inzake de positie van de langstlevende echtgenoot in het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht.

De wet van 22 juli 2018 “tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wat het huwelijksvermogensrecht betreft en tot wijziging van de wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake” werd op 27 juli 2018 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en trad op 1 september 2018 in werking.

2. In deze bijdrage wordt uitsluitend het nieuwe huwelijksvermogensrecht geanalyseerd en wordt geen aandacht besteed aan de wijzigingen die middels deze wet aan het nieuwe erfrecht worden aangebracht. Hierbij zal de systematiek van boek III titel V Huwelijksvermogensstelsels uit het Burgerlijk Wetboek worden gevolgd zodat achtereenvolgens aan bod komen (II) de nieuwe algemene bepalingen, (III) de gewijzigde regels inzake het wettelijk stelsel en inzake de conventionele gemeenschaps- (IV) en scheidingsstelsels (V). Ten slotte zal het overgangsrecht (VI) worden belicht.

Lees hier het volledige artikel dat verscheen in het Tijdschrift voor Familierecht, 2018/9

Gepubliceerd in Publications

In het nieuwe huwelijksvermogensrecht wordt voor een aantal activa een onderscheid gemaakt tussen het titularisschap (de titre) en de vermogenswaarde ervan (de finance). “Door dit onderscheid wordt het mogelijk om moeilijke kwalificatieproblemen in het wettelijk stelsel en, in het algemeen, in elk gemeenschapsstelsel, op te lossen, wanneer tegenstrijdige belangen botsen: de hoogstpersoonlijke belangen van één individuele echtgenoot, en de vermogensbelangen van de gemeenschap, dus van beide echtgenoten gezamenlijk”, aldus de memorie van toelichting bij de wet van 22 juli 20181.

Gepubliceerd in News
donderdag, 23 augustus 2018 09:31

Hervorming van het huwelijksvermogensrecht

Na de hervorming van het erfrecht bij wet van 31 juli 2017, wordt nu ook het huwelijksvermogensrecht gewijzigd. Op 27 juli 2018 werd de wet van 22 juli 2018 tot wijziging van o.a. het huwelijksvermogensrecht in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Gepubliceerd in News

Scheiden en de gevolgen hiervan voor onze kinderen is een onderwerp dat velen beroert. Getuige hiervan zijn de vele (kinder)psychologen, bemiddelaars, juristen, pedagogen … die elk vanuit hun eigen specialisatie dagelijks kinderen en ouders bijstaan. Evenmin te veronachtzamen zijn de vele studiedagen, congressen en workshops die over dit thema worden georganiseerd en de (al dan niet populariserende) boeken die hierover worden gepubliceerd.

Gepubliceerd in Publications

De klassieke methode van samenleven was vroeger, gedurende eeuwen, het huwelijk. De veiligste methode om het vermogen dat men gedurende het huwelijk samen had opgebouwd, aan de langstlevende te laten toekomen, was de toebedeling van dat vermogen bij huwelijkscontract, of bij wijziging van huwelijkscontract. Behalve als er kinderen zijn uit een andere relatie, is die toebedeling immers onaanvechtbaar: zij “wordt niet als schenking, maar als huwelijksvoorwaarde beschouwd”: zelfs al zou het volledige vermogen gemeenschappelijk zijn, toch kunnen de kinderen zich dus niet tegen verzetten. Oorspronkelijk werd een dergelijk beding dan ook niet met successierecht belast, tenzij er eigen goederen in de gemeenschap ingebracht waren, maar de wet van 17 december 1851 bracht hier verandering in. Sindsdien wordt een toebedeling wel als legaat beschouwd.

Gepubliceerd in Publications

Vaak bestaat de wens tussen gehuwden om de rechten van de langstlevende echtgenoot te maximaliseren (althans bij een eerste huwelijk). Hiervoor bestaan een aantal welgekende planningstechnieken. De vormgeving van de betrokken planningstechniek is afhankelijk van het gekozen huwelijksvermogensstelsel. Zo adviseert de notariële en vermogensplanningpraktijk doorgaans een verblijvings- of keuzebeding (onder last) aan echtgenoten gehuwd onder het wettelijk stelsel en een finaal verrekenbeding aan echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen. Deze technieken waren er enerzijds op gericht civielrechtelijk autonomie te verlenen aan de langstlevende zonder hiervoor fiscaal te worden afgestraft (het verblijvingsbeding- of keuzebeding onder last). Het verrekenbeding liet anderzijds een fiscale optimalisatie toe. Met beide technieken heeft de Vlaamse decreetgever eind december 2017 komaf gemaakt. Alhoewel de federale wetgever van plan is om het wettelijk kader voor de diverse huwelijksvermogensstelsels te verduidelijken en tegelijkertijd de vermogensrechtelijke positie van de echtgenoten ongeacht het gekozen stelsel op elkaar af te stemmen, doet de Vlaamse decreetgever in feite net het omgekeerde. Echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding zijn duidelijk de dupe van de nieuwe fiscale regeling.

Gepubliceerd in Publications

Op 1 september 2018 treedt het nieuwe erfrecht in werking. De wijzigingen zijn verregaand en hebben een aanzienlijke impact op de familiebedrijven, in het bijzonder op de schenking ervan. In dit artikel gaan we hier dieper op in.

Gepubliceerd in News

Een minderjarig kind valt onder het ouderlijk gezag, dat spreekt vanzelf. Ouders hebben een recht van beheer en genot van alle goederen in eigendom van hun minderjarige kinderen. Ook dus voor geschonken en gelegateerde aandelen. De vraag stelt zich of dit recht van de ouders kan beperkt worden.

Er zijn ongetwijfeld situaties waar de inmenging van de ouders niet gewenst is. Denk maar aan de situatie waarin de aandelen van een familiale vennootschap in volle eigendom aan een minderjarig kind toekomen na het plots overlijden van zijn vader, de familiale ondernemer. In principe valt het beheer en genot aan zijn moeder toe, ook al waren zijn ouders reeds enige tijd uit de echt gescheiden.

Gepubliceerd in News
Pagina 3 van 5
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com