Korte samenvatting van het arrest
In 2003 ging een bedrijfsleider samen met zijn vennootschap over tot de gesplitste aankoop van een onroerend goed (zij kochten respectievelijk de blote eigendom en het vruchtgebruik voor een periode van 15 jaar). Enkele dagen voor het verstrijken van deze periode van 15 jaar, werd het vruchtgebruik bij notariële akte verlengd tot (het toenmalig wettelijk maximum van) 30 jaar. De vennootschap (de vruchtgebruiker) betaalde hiervoor aan de bedrijfsleider (de blote eigenaar) een vergoeding van 266.500,00 euro.
Overeenkomstig artikel 2.9.1.0.1 VCF is het verkooprecht enkel verschuldigd indien cumulatief aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het betreft een overeenkomst onder bezwarende titel;
- Het betreft een overdragende overeenkomst;
- Het betreft een overdracht van eigendom of vruchtgebruik; en
- De overdracht heeft betrekking op onroerende goederen.
VLABEL was van oordeel dat deze verlenging van het vruchtgebruik een nieuwe (overdragende) overeenkomst was, waardoor ze in hoofde van de vennootschap een aanslag in de registratiebelasting vestigde t.b.v. 26.650,00 euro (t.w. het verkooprecht van (destijds) 10%).
De vennootschap diende bezwaar in tegen deze aanslag en argumenteerde dat er bij de verlenging van een vruchtgebruik geen sprake is van de overdracht van het vruchtgebruik. Het overdragen van het vruchtgebruik veronderstelt immers dat dit zakelijk recht op het moment van de overdracht aan de overdrager (t.w. de bedrijfsleider) toebehoort, wat niet het geval was. Bij de verlenging van het vruchtgebruik was de bedrijfsleider immers louter akkoord om de aanwas van het vruchtgebruik uit te stellen met de periode van de verlenging. Bij gebrek aan overdragende overeenkomst kon er dan ook geen verkooprecht verschuldigd zijn.
In zijn arrest van 24 januari 2025 oordeelde het Hof van Cassatie nu finaal en zeer terecht in het voordeel van de vennootschap. Een overeenkomst tot verlenging van het vruchtgebruik wijzigt enkel de duurtijd van het oorspronkelijke vruchtgebruik en heeft geen bijkomende overdracht van een zakelijk recht tot gevolg, aldus het Hof.
Met dit oordeel komt er bijgevolg een einde aan de jarenlange discussie die diverse belastingplichtigen voeren met VLABEL.
Gevolgen voor de praktijk
In diverse gelijkaardige zaken werd de bezwaarprocedure door VLABEL on hold gezet in afwachting van het oordeel in dit pilootdossier. In lijn met deze uitspraak kan VLABEL niet anders dan de hangende bezwaren in te willigen. VLABEL verwijst inmiddels op haar eigen website naar het arrest.[1]
Concreet heeft dit tot gevolg dat de verlenging van een vruchtgebruik aldus niet belast wordt met het verkooprecht (destijds 10%, thans 12%), doch dat slechts het algemeen vast recht van 50,00 EUR verschuldigd is.
Aarzel niet om ons te contacteren bij verdere vragen of begeleiding van uw dossier.
[1]https://www.vlaanderen.be/vlaamse-belastingdienst/verlenging-van-vruchtgebruik-geen-verkooprecht-verschuldigd.








