Achtergrond
Er heerst reeds enige tijd discussie of softwareontwikkelaars in aanmerking komen voor het nieuwe fiscaal gunstregime voor auteursrechten.
De minister van Financiën had tijdens de parlementaire voorbereiding bij de nieuwe wetgeving aangegeven dat dit niet het geval was (zie nieuwsbrief Tiberghien - Hervorming fiscaal regime auteursrechten en naburige rechten: software in or out?). Ook de rulingcommissie volgde deze zienswijze (zie nieuwsbrief Tiberghien - Negatieve ruling auteursrechten voor de IT-sector).
Ten aanzien van de interpretatie dat computerprogramma’s uitgesloten zouden zijn van het toepassingsgebied, werden 2 vernietigingsberoepen ingesteld [2]. Deze vernietigingsverzoeken werden later samengevoegd.
Het Hof diende te oordelen of er, door de uitsluiting van softwareontwikkelaars uit het nieuwe regime, sprake is van een schending van het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel.
Uitspraak Grondwettelijk Hof
Het Hof oordeelt vooreerst dat ontwikkelaars van computerprogramma’s zich in een vergelijkbare situatie bevinden als auteurs van letterkunde of kunst. Dit omdat computerprogramma’s ook worden beschermd door het auteursrecht en aangezien softwareontwikkelaars aan de belasting onderworpen inkomsten uit auteursrechten kunnen ontvangen.
Vervolgens stelt het Hof dat er een verschil in behandeling is dat op een objectief criterium berust, namelijk de aard van het werk dat door het auteursrecht wordt beschermd. Werken van letterkunde of kunst enerzijds en computerprogramma’s anderzijds.
Ook is het criterium pertinent volgens het Hof. Volgens het Hof berust de bijzondere fiscale regeling voor auteursrechten op het vermoeden dat de inkomsten uit auteursrechten op onregelmatige en wisselvallige wijze worden verkregen. Gelet op onder meer de wetgeving in het economisch recht specifiek voor computerprogramma’s en gelet op de vele rulings voor de IT-sector, kon – volgens het Hof – de wetgever afleiden dat de ontwikkeling van computerprogramma’s op algemene wijze wordt toegepast in het kader van stabiele economische relaties.
Ook zijn er – volgens het Hof – geen onevenredige gevolgen voor de ontwikkelaars van computerprogramma’s of voor personen die hen tewerkstellen (in zoverre zij voortaan onderworpen zullen zijn aan de fiscale regeling voor beroepsinkomsten).
Op basis van het voorgaande besluit het Hof als volgt: “Rekening houdend met hetgeen voorafgaat, is het uitsluiten van de inkomsten die betrekking hebben op computerprogramma’s van de fiscale regeling voor auteursrechten redelijk verantwoord”.
Webdesigners komen in aanmerking
Softwareontwikkelaars lijken nu definitief uit de boot te vallen. Dit wil evenwel niet zeggen dat andere profielen binnen softwarebedrijven niet in aanmerking zouden komen. Zo komen marketeers [3] en ook webdesigners [4] in aanmerking. Uiteraard dient steeds in concreto te worden nagegaan of aan alle voorwaarden is voldaan.
Voor meer informatie kan u terecht bij Vincent Vercauteren, Kimberley De Plucker en Gauthier Vandenbossche
[1] GwH 16 mei 2024
[2] GwH 11 mei 2023, nr. 7994; GwH 3 juli 2023, nr. 8050
[3] Voorafgaande beslissing 30 januari 2024, nr. 2023.0888
[4] Voorafgaande beslissing 16 januari 2024, nr. 2023.0936