De EU vormt een interne markt, d.w.z. een ruimte zonder binnengrenzen, die wordt gekenmerkt door het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal. Aan de basis van het vrije verkeer van goederen binnen de EU ligt de douane-unie.
De douane-unie betekent dat goederen die van oorsprong zijn uit de EU of in het vrije verkeer zijn gebracht in de EU tussen de lidstaten onderling vrij kunnen circuleren, zonder dat douaneformaliteiten moeten worden vervuld of (grens)controles worden verricht.
Bovendien passen de lidstaten in hun handelsverkeer met derde landen eenzelfde gemeenschappelijk douanetarief toe. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de EU de voorbije decennia tal van vrijhandelsakkoorden heeft gesloten. In het kader van deze akkoorden werd een preferentiële tariefbehandeling overeengekomen voor goederen die van oorsprong zijn uit de landen die tot de vrijhandelszone behoren.
Een harde Brexit betekent dat het VK uiterlijk op 1 november 2019 een derde land wordt ten opzichte van de EU en daarmee de interne markt en de douane-unie verlaat. Dit heeft belangrijke gevolgen voor het goederenverkeer tussen het VK en de EU. Enkele voorbeelden:
- Bij goederenbewegingen tussen het VK en de EU zullen douaneformaliteiten (summiere aangifte bij binnenbrengen, aanbrengen van de goederen bij de douane, aangifte tot tijdelijke opslag, douaneaangifte, summiere aangifte bij uitgaan, aangifte tot wederuitvoer, …) moeten worden vervuld.
- Douaneformaliteiten gaan gepaard met de nodige douanecontroles en verificaties (onderzoek van de aangifte en bijgevoegde documenten, onderzoek van de goederen, monstername van de goederen, …). Dit zal er onvermijdelijk toe leiden dat de leveringstermijnen voor goederen tussen het VK en de EU substantieel langer zullen worden, wat de toeleveringsketen van ondernemingen ernstig in gevaar kan brengen.
- Bij de invoer van goederen vanuit het VK in de EU kan een douaneschuld bij invoer ontstaan. Bij gebrek aan een akkoord, zal de EU hierbij de invoertarieven toepassen die gelden ten aanzien van andere derde landen, wat de kostprijs van de goederen drastisch kan verhogen.Wanneer het VK een derde land wordt, kunnen de inputs van het VK niet langer worden beschouwd als uit de EU. Het gebruik van materialen van oorsprong uit het VK bij de vervaardiging van goederen in de EU kan tot gevolg hebben dat het recht op preferentiële tariefbehandeling in het kader van een vrijhandelsakkoord verloren gaat.
- Het vervoer van accijnsgoederen onder de accijnsschoringsregeling (e-AD) tussen de EU en het VK zal na de Brexit niet meer mogelijk zal zijn. Accijnsgoederen zullen na de Brexit moeten worden uitgevoerd uit de EU en vervolgens worden ingevoerd in het VK en omgekeerd, met inachtneming van de geldende douanevoorschriften.
- De vervanging van het intracommunautair goederenvervoer door invoeren en uitvoeren, zal inzake btw kunnen leiden tot prefinancieringskosten en bijkomende administratieve lasten.
- …
Het is belangrijk dat ondernemingen de risico’s en voornaamste veranderingen die een harde Brexit met zich mee zal brengen, begrijpen en de gevolgen hiervan op hun activiteiten in kaart brengen. Alleen dan kunnen zij vandaag al stappen ondernemen om deze impact zo veel mogelijk te beperken.
Voor meer informatie omtrent dit onderwerp kan u terecht bij:
Jurgen Gevers - Counsel (jurgen.gevers@tiberghien.com)
Ward Lietaert - Associate (ward.lietaert@tiberghien.com)