De aanmelding bij Belspo was tijdig
De fiscus trachtte te argumenteren dat de aanmelding bij Belspo niet tijdig was gebeurd aangezien zij niet voorafgaand aan de aanvangsdatum van het programma had plaatsgevonden. De fiscus verwees hiervoor naar een arrest van het Hof van Cassatie[1].
Gelet op het eerdere soepelere standpunt van de fiscus in een FAQ (vrijstelling vanaf het moment van aanmelding) en een circulaire van de administratie[2], oordeelde het Hof dat het pas vanaf 1 augustus 2023 is dat aanmeldingen dienen te gebeuren vóór aanvang van het project of programma. Aangezien het ging over periodes van vóór deze datum, was er in casu geen sprake van laattijdigheid.
Geen afzonderlijke aanmelding van O&O-projecten vereist
Het Hof oordeelde dat als een O&O-programma aangemeld wordt, het niet vereist is om elk afzonderlijk deelproject aan te melden.[3] De belastingplichtige moet enkel het bewijs kunnen leveren dat een project effectief deel uitmaakt van een tijdig aangemeld programma.[4]
Een jaarlijkse aanmelding van een programma is mogelijk
Een aanmelding met begindatum 1/1 en einddatum 31/12 heeft betrekking op een duidelijk in de tijd afgebakende periode. Het feit dat een programma verlengd wordt, impliceert geenszins dat bij de aanmelding geen realistische einddatum werd gegeven.
Het Hof verwijst tevens naar het feit dat het voor een O&O-programma moeilijker is om dit af te bakenen in de tijd, net daarom werd er in het verleden – op aanraden van Belspo - met jaarlijkse actualisaties gewerkt.
Bindend advies van Belspo kan ook na opstart van de gerechtelijke procedure
Het feit dat een advies van Belspo dateert van na de opstart van de gerechtelijke procedure doet geen afbreuk aan het bindend karakter ervan. In de wet wordt immers geen vervaltermijn bepaald binnen dewelke het betrokken advies dient te worden aangevraagd/verleend.
Conclusie: Eindelijk licht aan het einde van de tunnel?
Deze kafkaiaanse toestanden teisteren momenteel tal van vooruitstrevende O&O-ondernemingen in ons land. De punten die in dit arrest zijn behandeld, liggen momenteel voor in verscheidene dossiers bij de fiscus.
Dit is een arrest dat van redelijkheid getuigt. Wij hopen dat hiermee rekening zal worden gehouden in de hangende dossiers.
Voor meer informatie kan u terecht bij Daan Buylaert, Kimberley De Plucker en Gauthier Vandenbossche.
[1] Cass. 6 januari 2023, F.20.0149.N
[2] Circ. 27 april 2023, 2023/C/49
[3] Zie ook: Gent 24 mei 2022, nr. 2021/AR/664, overw. 4.3.
[4] Zie ook: Parlementaire vraag nr. 1520 van de heer Benoît Piedboeuf d.d. 14 juni 2023