Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>News>Civielrechtelijke behandeling van levensverzekeringen in het erfrecht: België vs Frankrijk

vrijdag, 15 oktober 2021

Civielrechtelijke behandeling van levensverzekeringen in het erfrecht: België vs Frankrijk

Sinds de hervorming van het Belgische erfrecht door de wet van 31 juli 2017, die op 1 september 2018 in werking is getreden, zijn de regels met betrekking tot inbreng en inkorting van schenkingen sterk gewijzigd. Voortaan gebeurt de inbreng en inkorting van schenkingen in waarde en wordt elke gift (ook diegene gebeurd bij wijze van verzekeringscontract) aan een kind vermoed een als voorschot op erfdeel te zijn, tenzij zij daar uitdrukkelijk is van vrijgesteld. Er zij ook aan herinnerd dat de reserve van de kinderen voortaan beperkt is tot 50% van de fictieve massa (zijnde de goederen die aanwezig zijn op het tijdstip van overlijden en die welke waarover de overledene tijdens zijn leven kosteloos beschikte, in beginsel gewaardeerd op de dag van de schenking en geïndexeerd tot aan het overlijden). In dit kader werd er ook in de verzekeringswet een belangrijke verduidelijking opgenomen met betrekking tot de erfrechtelijke behandeling van verzekeringsprestaties.

De behandeling van levensverzekeringen hebben op erfrechtelijk vlak al een hele geschiedenis achter de rug. Bij de inwerkingtreding van de wet van 11 juni 1874 betreffende de verzekeringen was de uitkering van een levensverzekeringscontract onderworpen aan inbreng en inkorting op basis van het bedrag van de betaalde premies. Om de langstlevende echtgenoot te beschermen, werd vervolgens bepaald dat de inbreng en inkorting niet van toepassing waren wanneer de langstlevende echtgenoot zelf als begunstigde van de verzekeringsuitkering was aangewezen, behalve wanneer de premies kennelijk overdreven waren. De wet van 1992 op de landverzekeringsovereenkomst nam deze uitzondering over en maakte er de regel van. Sindsdien kunnen de betaalde premies enkel onderworpen worden aan inbreng en inkorting in geval van betalingen die duidelijk overdreven zijn in verhouding tot de financiële situatie van de verzekeringnemer, ongeacht of de begunstigde de langstlevende echtgenoot of een derde is. Daarop volgden twee arresten van het Grondwettelijk Hof. Het Hof kwam in 2008 tot de conclusie dat levensverzekeringen van het type "beleggingen" in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de reserve, en niet alleen wanneer de premies kennelijk overdreven waren. Een tweede arrest in 2010 bevestigde de mogelijkheid om af te wijken van het vermoeden van vrijstelling van inbreng. In 2012 verduidelijkte de wet dat het voortaan de verzekeringsuitkering is die onderworpen is aan inkorting en aan inbreng (ten minste indien de verzekeringnemer uitdrukkelijk afwijkt van de vrijstelling van inbreng).

Ten slotte bepaalt de verzekeringswet van 4 april 2014, na de hervorming van 2018, in artikel 188 nu " in geval van overlijden van de verzekeringnemer is de verzekeringsprestatie, overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek, onderworpen aan de inkorting en aan de inbreng". Momenteel is het algemene beginsel in de Belgische wet dus dat verzekeringsprestaties geacht worden als voorschot op erfdeel te zijn toebedeeld en dus moeten ingebracht worden in de nalatenschap van de verzekeringnemer, en dat deze prestaties ook voor inkorting in aanmerking komen. Wenst men dat de prestatie niet moet ingebracht worden, dan dient men uitdrukkelijk een vrijstelling van inbreng te voorzien.

Deze nieuwe regeling is van toepassing op begunstigden die aangeduid werden na 1 september 2018, ongeacht of de verzekeringsovereenkomst werd afgesloten voor of na deze datum. Indien de aanwijzing van de begunstigde vóór 1 september 2018 heeft plaatsgevonden, zal de inbreng van de verzekeringsuitkering in de nalatenschap van de verzekeringnemer in beginsel niet verschuldigd zijn (tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald).

Een concreet voorbeeld:

John bezit een huis ter waarde van 900. 000 EUR en heeft in 2014 een levensverzekering op zijn hoofd afgesloten, waarvan destijds alleen Alexander (een van zijn drie kinderen) als begunstigde is aangewezen. Wanneer John in 2021 overlijdt, zal deze levensverzekering een waarde hebben van 600.000 EUR.

  • De aanwijzing van Alexander als begunstigde van de levensverzekeringspolis dateert van vóór 1 september 2018: Alexander krijgt 1/3de van het huis, net als zijn broers en zussen, en hoeft de waarde van de verzekeringsuitkering niet in de nalatenschap in te brengen. Alexander krijgt dus 300.000 EUR (1/3de van het huis) en 600.000 EUR= 900.000 EUR. Zijn broers en zussen krijgen elk slechts 300.000 EUR.

  • Indien John Alexander na 1 september 2018 als begunstigde van de levensverzekering had aangewezen, had Alexander de waarde van de verzekeringsuitkering in de nalatenschap moeten inbrengen en zou elk van de kinderen 1/3de van het huis en 1/3de van de waarde van de verzekeringsuitkering hebben ontvangen, d.w.z. elk 500.000 EUR.

Wij kunnen u dan ook alleen maar aanmoedigen om de lopende levensverzekeringscontracten en de afwikkeling ervan in het kader van het nieuwe Belgische erfrecht na te gaan in het licht van de wensen van de verzekeringnemer (toekomstige erflater).  

Wij merken op dat het Franse recht in deze materie lijnrecht tegenover het Belgische recht staat. Artikel L132-13 van het Franse wetboek van verzekeringen bepaalt dat "het kapitaal of de lijfrente die bij overlijden van de contractant aan een bepaalde begunstigde verschuldigd is, niet onderworpen is aan de regels van de inbreng tot de nalatenschap, noch aan die van de inkorting wegens inbreuk op de reserve van de erfgenamen van de contractant. Deze regels zijn evenmin van toepassing op bedragen die de contractant als premies betaalt, tenzij deze, gelet op zijn middelen, kennelijk overdreven zijn.” De verzekeringsuitkering is derhalve niet onderworpen aan inbreng of inkorting. De betaalde premies in principe ook niet, tenzij deze kennelijk overdreven zijn. Er zij ook op gewezen dat de erfrechtelijke reserve van kinderen in het Franse erfrecht verschilt van die in het Belgische erfrecht, en varieert naargelang het aantal kinderen van de overledene (zoals dit het geval was in het Belgische erfrecht tot de hervorming van 2018).

In het kader van Frans-Belgische dossiers dient derhalve bijzondere aandacht te worden besteed aan deze verzekeringskwestie. Met name in geval van een verhuis is het van essentieel belang een rechtskeuze te maken om het toepasselijke erfrecht op iemands nalatenschap te bepalen en bijgevolg de latere civielrechtelijke behandeling te regelen die de verzekeringsprestatie in de nalatenschap van de verzekeringnemer zal krijgen. Bij gebreke van een rechtskeuze zijn bij overlijden als Franse inwoner de Franse regels van toepassing; bij overlijden als Belgische inwoner wordt de verzekeringsuitkering behandeld volgens het Belgische erfrecht.

Ook het fiscale aspect mag niet uit het oog worden verloren. Het klopt dat België en Frankrijk een dubbelbelastingverdrag hebben gesloten inzake successierechten. In Frankrijk wordt echter in bepaalde gevallen geen successierecht geheven bij het overlijden van de verzekeringnemer, maar een belasting "sui generis" die kan oplopen tot 31,25%. Aangezien deze taxatie volgens het verdrag niet als erfbelasting kwalificeert, kunnen zich situaties van "dubbele belasting" voordoen.

 

Aarzel niet om contact met ons op te nemen voor meer informatie over het bovenstaande. 

Alain Van Geel - Partner (alain.vangeel@tiberghien.com)

Emilie Van Goidsenhoven - Partner (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)

Elisabeth De Nolf – Senior Associate (elisabeth.denolf@tiberghien.com)

Camille Caestecker - Associate (camille.caestecker@tiberghien.com)

Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com