Met de schrapping van de btw-vrijstelling voor online gokdiensten per 1 augustus werden reeds de nodige vragen gesteld over de verenigbaarheid van deze maatregel met de Grondwet en de Europese btw-regels. Het was daarom niet verrassend dat er diverse partijen naar het Grondwettelijk Hof zijn gestapt om deze maatregel aan te vechten.
Het Grondwettelijk Hof volgt nu de verzoekers op basis van het argument dat de federale wetgever haar bevoegdheid heeft overschreden. Het Hof stelt: Door de online kans- en geldspelen aan de btw te onderwerpen, heeft de federale wetgever weliswaar de belastbare materie van de gewestelijke belasting op de spelen en weddenschappen formeel niet gewijzigd, maar heeft hij in werkelijkheid een maatregel genomen die de belastbare materie vermindert door het aanbieden van de betrokken spelen en weddenschappen duurder en daardoor minder aantrekkelijk te maken. Het oordeel over de wenselijkheid van dat gevolg komt in de eerste plaats de gewestelijke wetgever toe, die krachtens artikel 3, eerste lid, 1°, van de bijzondere financieringswet bevoegd is voor het vaststellen van de aanslagvoet en de vrijstellingen van de belasting op de spelen en weddenschappen. Een dergelijke wijziging van de belastbare materie, die de mogelijkheid voor de gewesten om hun bevoegdheden uit te oefenen beperkt, zou de federale wetgever enkel kunnen doorvoeren met de in artikel 4, laatste lid, van de Grondwet bepaalde bijzondere meerderheid.”
Terug naar af dus. Maar het Hof is mild voor de Federale Schatkist omdat de gevolgen van de vernietigde bepalingen worden gehandhaafd voor het verleden. Zoals we reeds bij andere fiscale vernietigingsarresten hebben gezien is er maw geen ex tunc uitwerking.
Het is zeer de vraag of de federale wetgever in de toekomst de invoering van de btw op online gokdiensten alsnog zal willen doorvoeren, gelet op de bijzondere meerderheidsvereisten (meerderheid in elke taalgroep en 2/3 meerderheid in de gehele vergadering). Wellicht zal er naar andere fiscale instrumenten moeten gekeken worden wil men online gokdiensten fiscaal viseren.
Voor operatoren is het alvast van belang om goed de gevolgen van dit arrest in te schatten. Aan de ene kant zijn de inkomsten uit online gokdiensten vanaf datum van dit arrest niet langer aan btw onderworpen. Daartegenover staat dat er niet langer btw-aftrek kan worden uitgeoefend mbt kosten die betrekking hebben op online gokdiensten. Bovendien kunnen correcties vereist zijn t.a.v. btw die in aftrek werd gebracht voor bedrijfsmiddelen op grond van de vijf en vijftienjarige herzieningstermijn.
Kantoor Tiberghien heeft de nodige expertise in huis om iedere individuele situatie nader te bekijken en eventuele acties t.a.v. de btw-administratie te ondernemen.
Bron : Grondwettelijk Hof dd. 22/03/2018 - arrestnr. 2018/34 - rolnrs. 6564-6567-6576-6577-6579-6584 (klik hier).
Voor meer informatie:
Stijn Vastmans - Partner (stijn.vastmans@tiberghien.com)
Gert Vranckx – Associate (gert.vranckx@tiberghien.com)