Wat is een beding van aanwas? Het beding van aanwas is een kanscontract tussen minstens twee partijen met betrekking tot onverdeelde goederen, waarbij de langstlevende onder hen in beginsel het geheel van het onverdeelde goed verwerft. Wie van de partijen finaal het goed verwerft hangt dus af van een onzekere gebeurtenis, met name van het vooroverlijden van één van de partijen. Het beding kan betrekking hebben op een onroerend goed, een effectenportefeuille, aandelen in een vennootschap, een kunstcollectie, enz.
Voorbeeld: Mijnheer en mevrouw, gehuwd onder het stelsel van scheiding der goederen, zijn samen, elk voor de helft, eigenaar van een effectenportefeuille ter waarde van 100.000 EUR die zij in onverdeeldheid aanhouden. Het echtpaar sluit een beding van aanwas m.b.t. deze effectenportefeuille. Door de werking van het beding van aanwas, zal – bij overlijden van één van hen – de langstlevende de gehele effectenportefeuille verwerven.
Fiscale gevolgen: De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt dat het beding van aanwas een kanscontract ten bezwarende titel is. Dit houdt in dat er geen schenk- of erfbelasting moet betaald worden op het moment dat het aandeel aanwast (en dus toekomt aan) de andere partij. Hernemen we het voorbeeld van ons echtpaar. Bij het overlijden van mijnheer, zal mevrouw eigenaar worden van de volledige effectenportefeuille zonder heffing van schenk-of erfbelasting. Ingeval het beding van aanwas werd gesloten met betrekking tot een onroerend goed, is wel nog registratierecht verschuldigd.
Voorwaarden: De essentiële voorwaarde is dat elke partij een evenwichtige kans moet hebben om het aandeel van de andere partij te verwerven als hij de andere partij overleeft. Dit betekent concreet dat de partijen een ‘gelijkaardige levensverwachting’ moeten hebben. Dit is geval per geval te beoordelen op basis van hun levensverwachting, maar ook op basis van hun gezondheidstoestand. De Vlaamse Belastingdienst stelde zich in een aantal rulings eerder soepel op: in een bepaalde casus werd een leeftijdsverschil van 15 jaar aanvaard.
Daarnaast is het belangrijk dat de inleg van beide partijen gelijkwaardig is: in het verleden werd geopperd dat een ongelijkheid in kansen (omwille van een verschillende levensverwachting) kon worden gecompenseerd door een verschillende inleg (bijvoorbeeld de persoon met de laagste levensverwachting diende minder in te leggen). De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt dit in haar laatste standpunt niet.
De Vlaamse Belastingdienst vereist verder dat het beding van aanwas betrekking heeft op specifieke goederen. Een beding van aanwas ten aanzien van een algemeenheid (bijvoorbeeld alle roerende goederen) aanvaardt zij niet.
Tot slot vereist de Vlaamse Belastingdienst dat het beding van aanwas in een notariële akte wordt opgenomen. Deze vereiste geldt niet alleen indien het beding betrekking heeft op onroerende goederen, maar vanaf 1 september 2018 – hoewel technisch niet helemaal juist – óók voor bedingen die betrekking hebben op roerende goederen. De reden hiervoor is allicht omdat de Vlaamse Belastingdienst er ten onrechte van uitgaat dat een beding van aanwas een beding zou zijn betreffende een toekomstige nalatenschap, wat niet zo is.
Niet alleen onverdeelde goederen: Een ‘zuiver’ beding van aanwas kan alleen worden gesloten met betrekking tot goederen die in onverdeeldheid worden gehouden (bijvoorbeeld een onroerend goed dat ten belope van de helft wordt gehouden door twee partijen). Toch aanvaardt de Vlaamse Belastingdienst dat een beding van aanwas ook kan bij goederen die niet in onverdeeldheid worden gehouden. Indien het beding (dat slaat op niet-onverdeelde goederen) aan alle hiervoor genoemde voorwaarden voldoet, zullen de (niet-onverdeelde) goederen eveneens vrij van schenk- en erfbelasting naar de langstlevende partij overgaan. Eigenlijk is dat logisch: er is geen reden om analoge overeenkomsten fiscaal op een andere manier te behandelen.
Wie kan een beding van aanwas sluiten? Een beding van aanwas kan gesloten worden door een zeer ruime groep personen. Zo kan een beding van aanwas niet alleen worden afgesloten tussen echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding der goederen, maar bijvoorbeeld ook tussen wettelijk of feitelijk samenwonenden, tussen broers en zussen, tussen echtgenoten gehuwd onder het wettelijk stelsel ten aanzien van de eigen goederen, enz… Echtgenoten gehuwd onder het wettelijk stelsel kunnen echter geen beding van aanwas sluiten met betrekking tot gemeenschappelijke goederen.
Kan een beding van aanwas worden opgezegd? Een beding van aanwas is een overeenkomst onder bezwarende titel die de partijen bindt en die in beginsel niet kan worden opgezegd. Dit is essentieel: indien van één van de partijen namelijk ziek zou worden zou een mogelijkheid tot opzeg (door de zieke partij) al te makkelijk de kansen van de andere partij beknotten. Alleen in onderling akkoord kan een beding van aanwas worden beëindigd. Een beding van aanwas is dus een stuk minder flexibel dan bijvoorbeeld een schenking die tussen echtgenoten steeds herroepelijk is. Anderzijds biedt het beide echtgenoten ook meer zekerheid dan bijvoorbeeld een herroepelijke schenking.
Toch zijn er een aantal manieren om tegemoet te komen aan deze principiële onopzegbaarheid. Zo kan overwogen worden om een ontbindende voorwaarde in te lassen in het beding van aanwas (bijvoorbeeld ingeval van echtscheiding, feitelijke scheiding of einde van een relatie). De geldigheid van een dergelijke ontbindende voorwaarde wordt immers aanvaard (ingevolge relatief recente rechtspraak van het Hof van Cassatie). Daarnaast is het mogelijk om te stipuleren dat het beding wordt afgesloten voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld twee jaar) en dat het nadien automatisch verlengd wordt met opeenvolgende periodes (van twee jaar), tenzij één van de partijen zijn wil te kennen geeft om het beding niet te verlengen Dit alles werd door de Vlaamse Belastingdienst aanvaard in enkele recente beslissingen.
Conclusie: Het recente standpunt van de Vlaamse belastingdienst biedt perspectieven voor de planning tussen echtgenoten (en andere ‘partners’). Gelet op de huidige positieve houding van de Vlaamse belastingdienst ten aanzien van het beding van aanwas, is het een planningstechniek tussen echtgenoten die het overwegen waard is. Veiligheidshalve wordt een ruling aangevraagd waarin de Vlaamse belastingdienst het beding in een concreet geval aanvaardt (bijvoorbeeld inzake de gelijke levensverwachting van de aanvragers). Ook het inlassen van een ontbindende voorwaarde bij echtscheiding of het einde van de relatie is een belangrijk aandachtspunt dat goed dient te worden afgestemd met de cliënt.
donderdag, 22 maart 2018
Beding van aanwas: terug van weg geweest
Het recentste standpunt van de Vlaamse Belastingdienst nr. 17044 inzake het beding van aanwas biedt perspectieven voor planning tussen echtgenoten, zeker nu wederzijdse schenkingen tussen echtgenoten in veel gevallen door de Vlaamse Belastingdienst als fiscaal misbruik worden gezien. Gelet op dit nieuwe standpunt en de positieve rulings die eraan voorafgingen en erop volgden, lijkt de Vlaamse Belastingdienst haar oude standpunt, waarin het beding van aanwas tussen echtgenoten vermoed wordt een schenking te zijn, (hopelijk definitief) achter zich te hebben gelaten.