Het Hof van Cassatie besliste op 16 september 2021 dat artikel 2.7.1.0.4 VCF geen antimisbruikbepaling is, en dat de rechter dus niet geldig kon beslissen dat een wijziging van dit artikel enkel van toepassing is op rechtshandelingen die dateren vanaf haar inwerkingtreding. Impliciet beslist het arrest daardoor dat een wijziging van de fictiebepalingen onmiddellijk in werking treedt op alle nalatenschappen die openvallen na de inwerkingtreding ervan, overeenkomstig de algemene regel van artikel 2.7.4.1.5: “Het toe te passen tarief is het tarief dat van kracht is op de dag van het overlijden”.
Lees hier de volledige publicatie, die verscheen in Nieuwsbrief Successierechten, 2022/2